Traumatisch hersenletsel op kinderleeftijd: traumatische ongevalgevolgen
achtergrond Bij personen die op jeugdige leeftijd hersenletsel hebben opgelopen, wordt met een eindoordeel over de stoornissen die beschouwd zouden kunnen worden als gevolg van een ongeval meestal gewacht tot het eind van het voortgezet onderwijs als duidelijk is welk beroep mogelijk is. Pas dan zijn alle cognitieve functies aangesproken en komen subtiele defecten in hogere cognitieve functies aan het licht. Deze expertises vergen een nauwe samenwerking van (kinder) neuroloog, neuropsycholoog en (kinder)psychiater.
doel De expertiserend (kinder)psychiater handvatten geven met betrekking tot de factoren die een rol kunnen spelen bij psychiatrische ongevalgevolgen.
methoden Literatuuronderzoek naar de factoren die in geval van hersenletsel van invloed zijn op psychiatrische ongevalgevolgen en naar wat in casuïstiek wordt aangemerkt als ongevalgevolg.
resultaten Factoren van invloed op psychiatrische ongevalgevolgen zijn niet alleen de ernst van het schedelhersenletsel, de uitgebreidheid en lokalisatie van de laesies op de mri (magnetic resonance imaging) en het ontstaan van een posttraumatische epilepsie, maar ook pre-existent probleemgedrag (met name adhd (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit)), pre-existent ondermaats adaptief functioneren, pre-existent hersenletsel (kindermishandeling, met sport opgelopen hersenletsel) en ongunstige gezinsomstandigheden (voor en na het ongeval).
conclusie Het verdient aanbeveling kort na het ongeval het premorbide functioneren van het kind in beeld te brengen (Child Behavior Checklist (cbcl), Teachers Report Form (trf), Vineland Adaptive Behavior Scale) en te informeren naar ongunstige psychosociale omstandigheden (disfunctioneren van het gezin, psychiatrische stoornissen bij de ouders, ongunstige socio-economische omstandigheden) en voor een en ander zo nodig behandeling in te stellen. Behalve psychiatrische stoornissen waarvoor valt aan te tonen dat ze het directe fysiologische effect zijn van hersenletsel, kunnen ook psychiatrische stoornissen die ook zonder hersenletsel voor kunnen komen ongevalgevolg zijn (bijvoorbeeld angst- en depressieve stoornissen).