Eetstoornissen: tussen biologie en behandeling
achtergrond De afgelopen jaren is er steeds meer inzicht ontstaan in de biologische basis waarop eetstoornissen zoals anorexia nervosa zich kunnen ontwikkelen. Een genetische kwetsbaarheid die de honger- en verzadigingsbalans verstoort, veranderde neurotransmitterreacties, een samenspel van karaktereigenschappen zoals perfectionisme en rigiditeit, de rol van hyperactiviteit en leptine, uitlokkende factoren zoals lijnen: ze spelen alle een rol bij het ontstaan en voortbestaan van een eetstoornis.
doel De uitdaging voor de clinicus ligt in de toepasbaarheid van deze inzichten in de dagelijkse praktijk van de behandeling.
methoden Enerzijds is er de zoektocht naar toegepaste klinische wetenschap: behandelvormen die herleidbaar zijn tot een neurobiologische of neuropsychologische hypothese zoals de mandometermethode of Cognitive Remediation Therapy. Anderzijds gaat het om het vinden van die behandelvorm die een patiënt op individueel niveau de beste kansen biedt op herstel, waarbij de werkhypothese gelieerd is aan kennis omtrent het verloop en de beïnvloedende factoren bij de betreffende eetstoornis.
resultaten Op Rintveld wordt sinds een jaar op deze manier gewerkt. Deze visie heeft geleid tot een vraaggestuurde behandeling, met in de randvoorwaarden de gegevens die vanuit de biologie bekend zijn (gewicht, lichaamsamenstelling, mate van hyperactiviteit) en een gewijzigde organisatieopzet, waarin voor anorexia nervosa drie behandellijnen zijn ontwikkeld, passend bij de fase van het beloop van de ziekte.
conclusie De effecten van een dergelijk model op de organisatie en de behandelinhoud zullen in deze bijdrage worden beschreven en toegelicht.