Fysiologie en neuro-endocrinologie van anorexia nervosa
achtergrond Een tekort aan voedsel en gewichtsverlies is eeuwenlang het meest belangrijke selectiecriterium voor mens en dier geweest. Deze selectiedruk leidde tot individuen die in tijden van schaarste gekenmerkt worden door hoge fysieke activiteit en verlaagde lichaamstemperatuur, hartslag, insuline- en leptinegehaltes. Deze kenmerken dienen te worden gezien als functionele aanpassingen aan gewichtsverlies en gelden niet alleen voor duursporters en de nog actieve jagers/verzamelaars (Aboriginals) maar ook voor anorexianervosapatiënten.
doel Het formuleren van een theoretisch raamwerk voor het ontstaan van anorexia nervosa, gebaseerd op een combinatie van evolutionaire en neurobiologische factoren.
methoden Neuro-endocrinologisch onderzoek binnen een diermodel voor anorexia nervosa (Groningen) en fysiologisch en gedragsonderzoek bij patiënten in het Anorexia Center, Karolinska Instituut (Stockholm).
resultaten Gewichtsverlies leidt tot hyperactiviteit. Zowel het succesvol diëten als de verhoogde fysieke activiteit gaat gepaard met activatie van het dopaminerge beloningssysteem in de hersenen. Neuropeptiden zoals neuropeptide Y (npy) en corticotropin releasing hormone (crh) (stress) spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast leidt verlaagde energiebeschikbaarheid tot de verhoogde attentie via stimulatie van noradrenerge celkernen in de hersenstam.
conclusie Beide hersensystemen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van anorexia nervosa. De ziekte ontstaat doordat het mesolimbische dopaminerge beloningssysteem geactiveerd wordt door verminderde voedselopname en verhoogde fysieke activiteit. De voortdurende activatie van het noradrenerge attentiesysteem is hierbij cruciaal: het zorgt ervoor dat het anorectische gedrag geconditioneerd wordt, waardoor de gedragingen beklijven die in het begin van de ziekte nog beloningsgevoelens opleverden.