Somatische complicaties bij de behandeling met clozapine
achtergrond Leukopenie is een bekende bijwerking van clozapine die veel aandacht krijgt in verband met de mogelijke letale gevolgen. Minder bekend is dat metabole bijwerkingen zich verhoudingsgewijs veel vaker voordoen met letale gevolgen op de lange termijn.
doel Deelnemers wijzen op het belang van monitoring van bepaalde parameters die wijzen op complicaties die kunnen optreden bij de behandeling met clozapine.
methoden Review en cohortonderzoek.
resultaten Gewichtstoename is een bekende bijwerking, waarbij de vraag is of die zich vaker bij clozapine of juist bij olanzapine voordoet. Hyperglykemie, diabetes mellitus en ketoacidotisch coma zijn verschillende gradaties van verstoord glucosemetabolisme die bij clozapine relatief vaak worden gezien. Helaas is deze verstoring in een minderheid van de gevallen irreversibel, zodat patiënten diabetes mellitus als ziekte erbij hebben gekregen. Naar het werkingsmechanisme van deze bijwerking is het vooralsnog gissen. Dyslipidemie kan tijdens de therapie ontstaan of vergeren. Het lipidenspectrum dient daarom gecontroleerd te worden: bij het begin van de behandeling, na drie maanden en, indien normaal, daarna jaarlijks. Tachycardie is een benigne bijwerking die relatief veel voorkomt bij clozapine. In hoeverre chronische tachycardie nog steeds benigne is, is onbekend. Obstipatie is zo zeer een frequent verschijnsel dat sommigen adviseren om standaard clozapine te combineren met de movicolonbehandeling. Hoe dat ook zij: navraag naar deze bijwerking en frequent instellen op een neutraal bulkpreparaat zijn van belang om de ernstige complicatie van ileus te voorkomen. Hypersalivatie is eveneens een frequente bijwerking, die therapeutisch lastig te beïnvloeden valt. Bovendien is er weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de verschillende therapievormen. Van de weinige middelen die aangeraden worden zijn ipatropium en atropinetabletten in Nederland verkrijgbaar.
conclusie Monitoring van interne parameters en behandeling van complicaties zijn essentieel. Samenwerking met de internist is daarom een noodzakelijke voorwaarde bij de farmacotherapie van schizofrenie, zeker waar het clozapine en andere atypische antipsychotica betreft.