Effecten van brief- en ultrabriefpulse op de cognitie bij ect bij depressieve patienten
achtergrond Bij ect-behandeling is het optreden van cognitieve bijwerkingen, waaronder retrograde amnesie, een belangrijk fenomeen. Dit belemmert de toepassing van deze meest effectieve behandelvorm van depressie. Uit onderzoek blijkt dat de effectiviteit van ect en de cognitieve bijwerkingen als gevolg van ect tot op zekere hoogte te beïnvloeden zijn. De meest effectieve vormen van ect zoals de bilaterale elektrodeplaatsing, lijken echter ook de meeste cognitieve problemen te geven.
doel In deze studie vergelijken we briefpulse- stimuli (1 msec) en ultrabriefpulse-stimuli (0,3 msec) met betrekking tot de cognitieve effecten. De onderzoekshypothese is dat behandeling met ultrabriefpulse- stimulatie minder cognitieve bijwerkingen geeft dan bij de briefpulse-stimulatie.
methoden In deze prospectieve gerandomiseerde enkelgeblindeerde studie vergelijken we deze twee methoden wat betreft de cognitieve bijwerkingen met het Autobiografisch Geheugen Interview (agi), Amsterdamse Media Vragenlijst (amv), een selectie van testen van de Amsterdamse Neuropsychologische Taken (ant), de ect Retrograde Amnesie en Perceptie Schaal (eraps), de Woordfluency en Letterfluency, de Clinical Global Impression Scale for Memory and Cognition (cgi mc). De meetinstrumenten worden voorafgaand aan de behandeling, na drie weken, na afsluiting en drie en zes maanden na de indexbehandeling afgenomen.
resultaten Ruim 45 patiënten voldeden aan de inclusiecriteria, ongeveer 40 patiënten participeerden.
conclusie De eerste resultaten zullen worden besproken aan de hand van de literatuur.