Routine outcome monitoring van FACT
achtergrond In de fact-wijkteams van ggz Noord-Holland-Noord is in 2004 gestart met het gebruik van meetinstrumenten in het kader van het evalueren en opstellen van individuele behandelplannen. Dit met het oog op kwaliteitsverbetering, zowel op individueel als op geaggregeerd niveau. Sinds 2008 is het gebruik van meetinstrumenten standaardpraktijk. De vraag is nu wat de klinische uitkomsten zijn van fact en hoe deze gebruikt kunnen worden om zo nodig aanpassingen te doen.
doel Gegevens over uitkomsten presenteren en in relatie brengen met de uitvoering van fact om zo het fact-model te toetsen aan de praktijk en te komen tot suggesties ter verbetering van de praktijk dan wel het fact-model.
methoden Bij alle patiënten van de fact-wijkteams worden twee instrumenten afgenomen in het kader van de behandelplanbespreking. Het gaat om de Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS; Mulder e.a. 2004) en de Manchester Short Assessment of Quality of Life (mansa). Uitkomsten op basis van herhaalde metingen bij naar schatting 800 tot 900 patiënten zullen worden gepresenteerd en gerelateerd aan gegevens over de uitvoering van fact in 2007 en 2008.
resultaten Eerdere en voorlopige resultaten lieten zien dat er in uitvoering veel verschillen zijn tussen de teams en dat fact vooral lijkt te worden ingezet bij patiënten die achteruitgaan en die hun kwaliteit van leven op een aantal punten als minder positief beoordelen.
conclusie De nieuwe en omvangrijkere gegevens zullen worden gebruikt om te bezien of deze resultaten opnieuw worden gevonden en hoe deze zich verhouden tot de oorspronkelijke doelstellingen van fact.