Zorgbehoefte, visie op hulpverlening en zorggebruik bij Turkse en Marokkaanse Amsterdammers met een angst- en/of stemmingsstoornis
achtergrond Migranten lijken minder gebruik te maken van de ggz dan autochtonen. Er is echter weinig epidemiologisch onderzoek beschikbaar om deze stelling te onderbouwen en inzicht te bieden in verklaringen voor mogelijke verschillen.
doel Bepalen in hoeverre Turkse en Marokkaanse migranten met een angst- en/of stemmingsstoornis verschillen van autochtonen in de behoefte aan zorg voor psychische klachten, de wijze waarop zij tegen de ggz aankijken en het feitelijk zorggebruik voor psychische klachten in de eerste en tweede lijn.
methoden Gegevens zijn afkomstig uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004/2005, waarbij 725 Turkse en Marokkaanse migranten en autochtonen deelnamen aan een gestructureerd interview in de eigen taal. Het interview bestond onder andere uit het Composite International Diagnostic Interview (cidi), versie 2.1, de Kessler psychological distress scale (K10), en de Perceived Need for Care Questionnaire (pncq).
resultaten Migranten hadden meer behoefte aan zorg, voornamelijk door een hogere prevalentie van stoornissen (zie ook: de Wit e.a. 2008). Hielden we daar rekening mee, dan verdwenen verschillen tussen migranten en autochtonen zowel in de behoefte aan zorg als in feitelijk zorggebruik. Meer dan 50% van Amsterdammers met een stoornis rapporteerden dan enige vorm van formele zorg; meer dan een derde had contact met de tweede lijn, ongeacht de etnische achtergrond. Echter, in relatie tot psychische stress hadden Marokkanen minder behoefte aan (eerstelijns) ggz. Zij kwamen daarnaast minder vaak bij de huisarts voor psychische klachten. Migranten hadden geen negatieve houding ten aanzien van formele zorg, of een voorkeur voor informele zorg, maar losten problemen liever zelf op. Minder belangrijke barrières waren evenwel twijfel over de effectiviteit van de ggz en gebrek aan kennis over de Nederlandse ggz.
conclusie Met name Marokkanen hadden minder behoefte aan de ggz en maakten er minder gebruik van dan autochtonen, al waren de verschillen kleiner dan verwacht. De wens tot zelfredzaamheid was een van de belangrijkste obstakels.