Antidepressivagebruik en therapietrouw na de acute fase bij recidiverende depressie
achtergrond Na de acute fase is onderhoudsbehandeling met antidepressiva (ad) de meest gebruikte behandeling om terugval te voorkomen bij (recidiverende) depressie. Er is weinig bekend over discontinuering van en therapieontrouw aan ad in de onderhoudsfase en dat geldt ook voor voorspellers van therapieontrouw.
doel Het vinden van percentages van discontinuering, therapieontrouw en van predictoren van therapieontrouw aan ad in de continuatie- en onderhoudsfase zou kunnen helpen om hoogrisicopatiënten op te sporen en passende interventies te ontwikkelen om therapieontrouw te verminderen.
methoden Twee jaar prospectieve follow- up van een cohort patiënten met recidiverende depressie die opgeknapt waren tijdens gebruik van ad (n = 131). Gedurende twee jaar werden iedere drie maanden ad-gebruik en therapieontrouw bepaald met de Medication Adherence Questionnaire. Er werden ad-gebruiksprofielen bepaald en er werd gekeken naar de relatie tussen discontinuering en terugval en therapieontrouw en terugval. Ook werd onderzocht of er patiënt-, ziekte-, en behandelingsgerelateerde predictoren van adtherapieontrouw waren in de continuatie- en onderhoudsfase.
resultaten Gedurende 2 jaar gebruikte 42% op alle meetmomenten tot terugval ad. Van deze groep was 25% volledig therapietrouw. Therapieontrouw voorspelde de tijd tot terugval. Uit een multivariaat logistisch predictiemodel kwamen opleidingsniveau en persoonlijkheidpathologie als voorspellers van therapieontrouw naar voren (R2 = 0,148).
conclusie Het merendeel van de adgebruikers discontineert deze behandeling in de onderhoudsfase. Therapieontrouw aan ad in de continuatie- en onderhoudsfase (de langste fase in de behandeling) bij recidiverende depressies komt net als bij andere chronische aandoeningen frequent voor en is een potentieel risico voor terugval. Opleidingsniveau en persoonlijkheidspathologie voorspelden in dit cohort therapieontrouw over 2 jaar.
Ten slotte zullen klinische implicaties en suggesties voor nader onderzoek worden besproken.