Lifespan Development and the Brain. The Perspective of Biocultural Co-Constructivism
Tijdens de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw waren we overtuigd van de maakbaarheid van de mens. Psychische variabelen en psychiatrische aandoeningen waren zonder meer terug te brengen tot opvoeding, milieu, omgevingsomstandigheden en de maatschappij. In jaren tachtig en negentig was er een omslag. Deterministisch (neo)darwinisme nam de overhand. Een mens is het product van zijn - al dan niet zelfzuchtige - genen en de hersenen zijn een machine. Het optimisme over de biologische psychiatrie was dan ook groot: de genen en de hersencircuits voor psychiatrische aandoeningen zouden dra worden ontdekt. Wellicht zijn we nu op weg naar een evenwicht tussen beide visies. Genen bepalen niet hoe de hersenen precies zullen werken, maar sturen wel de ontwikkeling ervan op basis van de externe prikkels die het individu bereiken. Normale hersenontwikkeling is niet mogelijk als bepaalde cruciale omgevingsinvloeden ontbreken, ook niet bij een perfect geconstrueerd genoom. Traumatische ervaringen kunnen de genexpressie van in aanleg 'normale' genen zodanig beïnvloeden dat daaruit psychische disfuncties ontstaan. Ook op volwassen leeftijd wordt de werking van de hersenen voortdurend bijgestuurd op basis van omgevingsinput. Daarover gaat dit boek. Onder de wat gezwollen term 'biocultureel coconstructivisme' wordt bovenstaande stelling in al haar facetten ontleed en beargumenteerd. Zo zijn er hoofdstukken over de invloed van omgevingsfactoren op neuroplasticiteit. Deze invloed wordt verder geïllustreerd door de verregaande aanpassingen van de functie van de visuele cortex bij mensen die ofwel vanaf de geboorte ofwel later in het leven blind zijn. Vervolgens wordt besproken hoe het verwerven van bepaalde vaardigheden zoals taal, lezen en schrijven, en muziek, zorgen voor radicale veranderingen in de functie van hersengebieden. Ook wordt uitgebreid aandacht besteed aan de verouderende hersenen. Enerzijds is duidelijk dat ouderen meer hersengebieden mobiliseren dan jongeren om bepaalde specifieke taken te vervullen. Anderzijds blijft een zekere plasticiteit aanwezig, en is het ook op oudere leeftijd mogelijk om hersenfuncties bij te sturen door gerichte oefeningen. Erg relevant voor (kinder)psychiaters is ook het hoofdstuk over de invloed van trauma en geweld op de zich ontwikkelende hersenen. De verschillende hoofdstukken zijn van een hoog niveau en de algemene opbouw en samenhang van het boek zijn goed. Het boek is zeker aan te raden voor biologisch georiënteerde psychiaters die verder willen kijken en denken dan 'het gen voor depressie' of 'het circuit voor ocd'.
S.J. Claes