War and Health. Lessons from the Gulf War
Dit is een prachtige compilatie van onderzoek en opinie, een must voor de lezer die geïnteresseerd is in oorlog, geschiedenis en gezondheid. Het boek War and health is verraderlijk dun voor de lijvige studies en de brede aanpak van het thema, met enkel bijdragen van auteurs uit het Verenigd Koninkrijk. Het eerste hoofdstuk over post-combat disorders, the Boer War to the Gulf is een rijk overzicht van wat wij nu 'uitzendingsgerelateerde stoornissen' noemen. Daarna volgen hoofdstukken over respectievelijk oorzakelijkheid, antropologische studies, psychologisch trauma en effectonderzoek en een afsluitend hoofdstuk met de conclusie van beide redacteuren. Die wordt eigenlijk al in het voorwoord weggegeven, als de enige niet-Britse auteur, Ken Scott (die overigens niet in de lijst van auteurs opgenomen is), stelt dat het niet veel zin meer heeft om nu nog onderzoek te doen naar Gulf War illness (gwi). Klinieken die zich bezighielden met onderzoek en zorg in dit verband zijn gesloten en veel geld is opgegaan aan onderzoek naar de vele controversen waaraan veteranen uit dit conflict ten deel vielen. Het boek zou moeten voorzien in de behoefte aan 'gezaghebbende informatie die gemakkelijk toegankelijk is voor en goed te begrijpen door degenen die nu de zorg dragen voor veteranen'. Gezaghebbend is het boek zeker: Lee en Jones zijn zeer belezen en zijn zorgvuldig in hun beschouwingen. Of het boek toegankelijk is, is nog maar de vraag; immers, het is wel toegankelijk door het kleine formaat en de dikte (154 pagina's), maar zeker niet door de inhoud. De derde behoefte (begrijpelijkheid) is vooral relevant voor onderzoekers. Zorgvragen komen niet aan bod, behalve dat het boek een perspectief biedt op het ontbreken van zorg vanuit een ziektemodel. In het slot stellen de redacteuren dat de belangrijkste les van de Golfoorlog is dat epidemiologisch onderzoek en gezondheidsstudies gepland en uitgevoerd moeten worden vóór uitzending en voortgezet dienen te worden zodra de troepen weer thuis zijn. Hiermee is men te laat gestart bij de Golfoorlog, die begon in 1991. Herhaaldelijk wordt benadrukt dat het 'Golfoorlogsyndroom' niet bestaat en dat een uniek profiel van een Golfoorlogstoornis niet voorkomt. Het aantal sterfgevallen in deze groep aan organische ziekten is niet verhoogd, behoudens door sterfte gerelateerd aan de posttraumatische stressstoornis (ptss). Geen enkele van de oorzaken van gwi kon bevestigd worden in onderzoek dat hieraan de laatste 14 jaar gewijd is. Vele veteranen met klachten zullen het pleidooi om maar vooral naar de toekomst te kijken niet in dank afnemen. Zij zullen zich niet erkend voelen in de gedachte dat er te laat is gestart met onderzoek. Dat het hoge gespendeerde onderzoeksbudget geen bevredigende antwoorden heeft opgeleverd, is niet bevreemdend als men bedenkt dat er vooral epidemiologisch onderzoek is verricht. Waar in de vs na de Vietnamoorlog ptss opgenomen werd in de dsm-iii, is het de Britten niet gelukt om een vergelijkbare vertaalslag te maken. Of dat aan de Golfoorlog zelf, de veteranen, of de onderzoekers ervan lag, is volgens de redacteuren met dit boek opgehelderd.
E. Vermetten