Fobieën. In de serie Boom Hulpboek (incl. cd)
Dit zelfhulpboek bevat een exposureprogramma voor mensen met lichte agorafobie, sociale fobie of specifieke fobische klachten. Het is ontwikkeld door psychotherapeute M. de Neef en hoogleraar P. Cuijpers. Als aanvulling zond Teleac de serie 'Angst de baas' uit (nog te bekijken op www.teleac.nl). Dit heldere, toegankelijke boek ademt grondigheid. De lezer krijgt gedetailleerde instructie bij het opzetten van een angsthiërarchie; dit is essentieel voor elke effectieve exposurebehandeling. Centraal staan ook de veiligheidsgedragingen: inadequate manieren om angst de baas te kunnen zoals het meenemen van kalmeringstabletjes 'voor-het-geval-dat' of je onopvallend gedragen in sociale situaties. Exposure kan alleen slagen als deze ook grondig worden aangepakt. Een uitgebreide smoezenlijst werpt licht op motivatieproblemen. Om de dappere lezers te steunen bij het overwinnen van hun angst wordt elegant de hulp van een vertrouwenspersoon (een familielid of vriend) ingezet. Kortom, de auteurs zijn zeer grondig geweest in het vormgeven van dit zelfhulpboek. Een risico van deze grondige aanpak is wel dat de lezer misschien door de bomen het bos niet meer ziet. Onderzoek hoe de angstige lezer met dit boek aan de slag gaat, is, net als bij alle zelfhulpboeken, ook bij dit boek op zijn plaats. In dit boek is exposure gebaseerd op het principe van uitdoving: bij langdurige blootstelling aan de angstopwekkende stimulus zou de angst uitdoven. Kim (2005) laat echter zien dat deze op uitdoving gebaseerde rationale minder effectief is dan exposure waarin de cliënt toetst of zijn verwachting uitkomt. Dit leunt op de visie dat men een angstrespons niet afleert, maar dat men wel kan aanleren dat de verwachte ramp níét plaatsvindt (zie Hermans e.a. 2007). Exposure vanuit een verwachtingskader lijkt dan ook effectiever dan exposure vanuit uitdoving. Desalniettemin is het een scherpe keuze om dit boek te beperken tot slechts één enkele, heldere rationale. Anderen lieten zien dat behandeling met verschillende rationales, zoals exposure geïntegreerd met cognitieve therapie, niet of zelfs minder effectief was dan behandeling met één enkele rationale (Mersch 1995; Scholing & Emmelkamp 1993). Toch voegden de auteurs in hun grondigheid een laatste hoofdstuk toe waarin een reeks aanvullende technieken de revue passeren, zoals taakconcentratie, ontspanning en cognitieve therapie. Voor een therapeut maakt dit het boek echt compleet, maar het zou voor een leek juist meer verwarring kunnen opwekken. Samengevat: dit zelfhulpboek is een grondige uitwerking van een exposurebehandeling voor lichte angstklachten. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat de effectiviteit van dit zelfhulpboek is, maar de eerste indruk is veelbelovend.
M.J. Voncken