Neurofysiologische correlaten van complexe posttraumatische stressstoornis
achtergrond Vroeg trauma treft 9,1% van de Nederlandse vrouwen; van hen krijgt 10-20% een posttraumatische stressstoornis (ptss). Na vroeg trauma kunnen ptss-symptomen, te weten herbelevingen, vermijding en hyperarousal, worden gecompliceerd door affectdysregulatie, dissociatie, problemen in zelfbeeld en relaties en zingeving.
doel Inzicht verkrijgen in de neurofysiologische correlaten van de kernsymptomen van complexe ptss, in het bijzonder affectdysregulatie en geheugenproblemen, naast de bekende ptss-symptomen.
methode Daartoe deden we een patiëntcontrolestudie bij 32 patiëntes met complexe ptss en 30 ongetraumatiseerde controlepersonen (2005-2007). Analyse van de data wordt momenteel verricht. We maten regionale activiteitsverschillen met functionele magnetic resonance imaging tijdens een geheugentaak, met neutrale en traumagerelateerde woorden. We vergeleken zowel prestatie op de taken (reactietijden en foutscores) als veranderingen in hersenregio's tussen de patiënten met complexe ptss en de controlegroep.