Prevalentie van door antipsychotica geïnduceerde hyperprolactinemie bij kinderen en adolescenten
achtergrond D2-receptorblokkerende antipsychotica geven bij 61% van de kinderen en adolescenten een stijging van de prolactinespiegel waardoor de bloedspiegel van de geslachtshormonen mogelijk verlaagd wordt. De geslachtshormonen zijn van belang voor de puberteitsontwikkeling, de seksuele ontwikkeling en de botopbouw.
doel Bepalen van de prevalentie van stijging van de prolactinespiegel en die van prolactinegerelateerde bijwerkingen bij kinderen en jongeren door het gebruik van antipsychotica (risperidon, olanzapine, pimozide, haloperidol, clozapine en quetiapine).
methode Literatuurstudie met als zoektermen de onderzochte antipsychotica, 'adverse effects', 'side-effects', 'hyperprolactinaemia', 'bone mineral density', 'children', 'adolescents', 'puberty disorders', 'delayed puberty' en 'puberty' in Medline/embase/ Psycinfo/ebm-database (1965-2007).
resultaten Kortetermijnstudies tonen aan dat alle antipsychotica, behalve clozapine en quetiapine, de prolactinespiegel verhogen boven de referentiewaarde. Langetermijnstudies tonen aan dat risperidon een blijvende stijging geeft boven de referentiewaarde bij 61% van de kinderen en jongeren. Pimozide verhoogt ook de prolactinespiegel boven de referentiewaarde. Bij olanzapine normaliseert de prolactinespiegel naar de uitgangswaarde. Er zijn geen langetermijnstudies met de andere antipsychotica. Kinderen en jongeren rapporteerden in 4,8% prolactinegerelateerde bijwerkingen zoals gynaecomastie, galactorroe, onregelmatige menstruatie en seksuele functiestoornissen.
conclusie Op korte termijn geven, buiten quetiapine en clozapine, alle onderzochte antipsychotica een verhoogde prolactinespiegel boven de referentiewaarde. Op lange termijn blijft de prolactinespiegel te hoog bij gebruik van pimozide en risperidon, terwijl de prolactinespiegel normaliseert bij olanzapinegebruik. Naast seksuele functiestoornissen geeft hyperprolactinemie tevens een verlaging van de botdichtheid. Bij volwassenen geeft dit een verdubbeling van het risico op heup- en bovenbeenfracturen. Bij kinderen en adolescenten is de botdichtheid in relatie tot hyperprolactinemie niet onderzocht, terwijl juist in deze fase van groei en ontwikkeling de gevolgen mogelijk nog groter zijn.