Het effect van dissociatie en depressie op de behandeling van ptss
achtergrond Dissociatie wordt vaak gezien als een belemmering voor exposurebehandeling bij ptss. Dissociatie zou de activatie van angst kunnen belemmeren, waardoor de patiënt zou 'ontsnappen' aan blootstelling aan de herinnering van het trauma. Ditzelfde zou kunnen gelden voor emotionele vervlakking zoals gezien wordt in numbing of depressie. De huidige studie is opgezet om te onderzoeken of verschillende soorten dissociatie en depressie inderdaad een negatief effect hebben op de behandeling van ptss.
methode In dit onderzoek volgden 61 patiënten met ptss een protocollaire prolonged exposurebehandeling. Bij hen werden voor en na de behandeling diverse onderzoeken afgenomen en zij kregen een gestandaardiseerde exposuretest voor de behandeling om na te gaan of dissociatie en depressie inderdaad maken dat er minder sprake was van angst tijdens de exposure.
resultaten Uit de resultaten bleek dat depersonalisatie, numbing, depressieve symptomen of een algemeen hoge neiging tot dissociatie ('trait dissociatie') geen effect hadden op de behandeling: patiënten met veel van deze symptomen verbeterden evenveel als patiënten met weinig van deze symptomen. Patiënten met veel dissociatie of depressie hadden wel meer ptss-klachten na afloop van de behandeling, maar dit werd verklaard doordat de behandeling ook met meer ptss-klachten was begonnen.
conclusie Dissociatie en depressie hadden geen belemmerend effect op het ervaren van angst tijdens de exposure.