Inleiding tot het pdm
Het pdm omvat drie dimensies, ook wel 'assen' genoemd. De eerste dimensie (P-as) betreft persoonlijkheidsfactoren en -stoornissen. Ze omvat twee aspecten: (1) de plaats van een persoon op een continuüm van 'gezonder' naar 'meer gestoord' en (2) de aard van de kenmerkende wijze waarop de persoon zijn psychisch functioneren organiseert en met de wereld omgaat. De tweede dimensie (M-as) betreft het psychisch functioneren. Ze beschrijft de functies die bijdragen tot de persoonlijkheid van het individu en diens globaal niveau van psychologische gezondheid dan wel pathologische beelden. Informatieverwerking, zelfregulering en het aangaan van relaties zijn voorbeelden. De derde dimensie (S-as) betreft manifeste symptomen en zorgen. Ze beschrijft de affectieve, cognitieve, somatische en relationele aspecten van personen die aan een van de dsm-iv-r-categorieën beantwoorden.