Geïntegreerd geloof bevordert de gezondheid
achtergrond Sinds het verschijnen van de dsm-iv is het niet meer vrijblijvend om aandacht te schenken aan de levensbeschouwing van patiënten. Daarin is de categorie 'religieus of spiritueel probleem' opgenomen. Deze categorie valt onder bijkomende problemen, waar in de behandeling rekening mee dient te worden gehouden. De code is toegevoegd met de uitleg dat godsdienstige en spirituele thema's belangrijke dimensies van het sociale en persoonlijke leven vertegenwoordigen. De bedoeling hiervan is om de aandacht van hulpverleners te vestigen op het belang van godsdienstige en andere existentiële ervaringen voor het genezingsproces. Deze ervaringen confronteren mensen met de diepste kern van hun persoonlijkheid. Uit wetenschappelijke publicaties blijkt dat intrinsiek ofwel authentiek gelovigen geestelijk gezonder zijn dan niet-gelovigen, terwijl extrinsiek gelovigen minder gezond zijn. Ook kerkgang heeft een gezondheidsbevorderend effect.
doel Het doel van deze sessie is om zicht te krijgen op wat onder gezonde godsdienstigheid kan worden verstaan in de diagnostiek, waar scheefgroei kan optreden en hoe dit onderwerp een plaats kan krijgen in de behandeling.
methoden Presenteren van de uitkomsten van het promotieonderzoek van Margreet de Vries-Schot. Ter illustratie voor de behandeling zal een casus worden gepresenteerd uit de eigen praktijk van Wim Schijns.
resultaten De uitkomsten bestaan uit een aantal criteria voor de evaluatie van iemands geloof die gegroepeerd zijn in een drietal clusters, verwijzend naar de relatie van de mens tot zichzelf, de relatie tot God en de relatie tot de medemens.
conclusie De te presenteren lijst criteria en kernwoorden geven richting aan een gesprek met een cliënt over zijn geloof, dat een krachtbron kan zijn. Voorgesteld wordt om in de hulpverlening het biopsychosociale model uit te breiden, zodat gesproken kan worden van een biopsychosociaalspiritueel model (bpss).