fotres, van risicotaxatie naar risicomanagement
Risicotaxatie en -management krijgen steeds meer belangstelling, zowel binnen als buiten de (forensisch) psychiatrische professie. Enerzijds is dit het gevolg van regelmatige aandacht in de media voor recidive van delictgedrag, meestal naar aanleiding van een incident. Anderzijds kan deze belangstelling verklaard worden door een toenemende behoefte binnen het (forensisch) psychiatrisch veld om degelijke inschattingen te maken van het delictgevaar met gebruikmaking van evidenced-based methodes en werkwijzen.
Naast de inmiddels voor het Nederlands taalgebied gevalideerde instrumenten als de hkt-30 en de pcl-r, heeft recent het in Zwitserland ontwikkelde fotres (Forensisches Operationalisiertes Therapie-Risico-Evaluations-System) zijn intrede gedaan binnen het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie en de sector tbs.
fotres is een systeem waarmee risicoaspecten, maar ook (te verwachten) therapie-effecten in kaart kunnen worden gebracht en geëvalueerd kunnen worden. Naast het structureel terugvalrisico wordt ook de veranderbaarheid van een justitiabele bepaald. Kenmerkend voor het systeem is de mogelijkheid om op verschillende tijdstippen zogenaamde 'gesimuleerde invrijheidstellingen' te scoren, waarbij gedocumenteerd wordt wat het actuele risico in zou houden wanneer iemand op dit ogenblik in vrijheid gesteld zou worden. In deze weging worden meegenomen actuele behandelresultaten en niet direct bij de behandeling betrokken variabelen die wel invloed hebben op het recidiverisico. Met name dit laatste is uniek te noemen, daar deze belangrijke factor in geen enkel risicotaxatie-instrument terug te vinden is.
Uniek is het feit dat het systeem beschouwd kan worden als een patiënt-volgsysteem waarbij vanaf de initiële Pro Justitia-rapportage periodiek metingen kunnen worden verricht, zowel vóór, tijdens als na een ingezette behandeling.
fotres is een veelbelovend systeem dat zich momenteel aan het begin van de onderzoeks-en implementatiefase bevindt. Naast een drietal inleidingen en een onlinedemonstratie zal er volop gelegenheid zijn voor kritische discussie.