Behandeling van ontwikkelingsstoornissen, hoe voorkom je erger?
leerdoel Kennismaken met geprotocolleerde methodieken voor de behandeling van kinderen met ontwikkelingsstoornissen, onder andere gericht op secundaire en tertiaire preventie. Hoewel in de klinische praktijk vaak nog sprake is van stoornisgebonden behandeling, is door overlap en overeenkomsten tussen de verschillende ontwikkelingsstoornissen een bredere bruikbaarheid van gepresenteerde behandelingsmethodieken mogelijk.
achtergrond In toenemende mate worden ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en jongeren gediagnosticeerd. Ontwikkelingsstoornissen hebben met elkaar gemeen dat ze de ontwikkeling van het kind in brede zin beïnvloeden en verstoren en vaak tot in de volwassenheid blijven bestaan. Voorbeelden hiervan zijn aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) of autismespectrumstoornissen (ass). Recente studies laten zien dat in Nederland bij circa 5% van de kinderen een ontwikkelingsstoornis kan worden vastgesteld (adhd bij 2-4% van de basisschoolkinderen en ass bij 0,58% van de bevolking). De problemen die hierbij horen, kunnen ernstige consequenties hebben voor de kinderen zelf en de directe betrokkenen, zoals ouders/verzorgers, andere kinderen en leerkrachten, maar ook voor de maatschappij. Daarom wordt er ook steeds meer onderzoek gedaan, maar op basis van beschikbare informatie is primaire preventie niet mogelijk. Wel is er binnen de behandeling een rol weggelegd voor secundaire en tertiaire preventie.
doel Hoewel kinderen met ontwikkelingsstoornissen centraal staan, is wel duidelijk dat behandeling grotendeels gericht moet zijn op de directe omgeving, zoals ouders en leerkrachten. Behandeling van kinderen met ontwikkelingsstoornissen is gericht op het optimaliseren van hun ontwikkeling en functioneren, verminderen en voorkómen van comorbiditeit en complicaties, vergroten van kennis, mogelijkheden en draagkracht van ouders/verzorgers en leerkrachten.
methode Na een overzicht van de problemen die door ouders/verzorgers het meest gemeld worden bij deze kinderen in verschillende leeftijdsfasen, zullen deelnemers aan de workshop achtereenvolgens kennismaken met geprotocolleerde vormen van oudereducatie, gedragstherapeutische oudertraining en geprotocolleerd instellen en controleren van medicatie bij kinderen. De methodieken worden duidelijk en interactief, met voorbeeldsituaties, vanuit de kinderen jeugdpsychiatrische praktijk gepresenteerd.
conclusie Gezien de overeenkomsten tussen kinderen met verschillende ontwikkelingsstoornissen blijken eenduidige behandelingsmethodieken op geprotocolleerde wijze geboden te kunnen worden. In de toekomst wordt een verschuiving verwacht van een meer stoornisgebonden behandeling naar een behandeling op grond van vaardigheidstekorten bij deze kinderen of hun directe omgeving.