Vroege opsporing en interventie bij psychosen: state of the art
achtergrond Vroege opsporing en interventie bij psychosen hebben steeds meer belangstelling gekregen nadat de ongunstige invloed van een lange onbehandelde psychoseduur (duration of untreated psychosis; dup) op een slechte prognose op allerlei domeinen van functioneren in diverse meta-analyses robuust werd aangetoond. Toch is nog altijd niet met zekerheid vastgesteld of dit een causale relatie is.
doel Het bieden van een overzicht van de relevante literatuur op het gebied van de dup-uitkomstrelatie, de toxische-psychosehypothese en de recente aanwijzingen voor een neurodegeneratieve component in het pathofysiologische proces dat leidt tot schizofrenie. Tevens het bieden van een overzicht van de resultaten van experimentele studies naar de effecten van het beïnvloeden van dup, longitudinale studies naar corticale degeneratie bij psychose, en studies naar het effect van interventies in een prodromaal stadium.
methode Overzicht van de bestaande literatuur, onderzoeksverslagen en meta-analyses.
resultaat De noodzaak van vroege opsporing en interventie van psychosen noopt tot reflectie op de gangbare diagnostische classificatie en vraagt om een meer dynamische, dimensionele benadering die over de grenzen van diagnostische categorieën heen gaat. Risicofactoren, interactie van milieu-omstandigheden en genetische predisposities, leidend tot precursors in het symptomenbeeld en endofenotypische kenmerken, worden belangrijke leidraden voor risicomanagement en vroege interventies. De resultaten van het onderzoek zijn zeker nog niet eensluidend en zekergesteld, maar wel zijn er aanwijzingen genoeg dat de gangbare palliatieve praktijk van de psychiatrie en de psychosezorg zijn langste tijd gehad heeft en dat een preventieve oriëntatie op risicofactoren die plaats gaat innemen.