De ontwikkeling van een coherent zelf, het vermogen tot mentaliseren en de relatie met psychiatrische stoornissen
achtergrond De ontwikkeling van het 'zelf' doorloopt een aantal ontwikkelingsstadia, die cumulatief bijdragen aan de opbouw en functionaliteit van de persoonlijkheid. Deze ontwikkeling resulteert rond het 6e levensjaar in een 'coherent autobiografisch zelf' met het vermogen tot mentaliseren. Tijdens deze ontwikkeling vindt de vorming van mental states plaats met, daarop aansluitend, het mentale besturingsapparaat, te weten het interpretative interpersonal functioning (iif), ook wel het reflectief functioneren (rf) genoemd. Deze ontwikkeling vindt plaats in nauwe interactie met de primaire verzorger(s). Essentiële mechanismen in deze ontwikkeling zijn spiegelen, het 'intentioneel benaderen van het nog niet intentionele kind', en de speelse interactie met de omgeving. Bij onveilig gehechte primaire verzorgers verlopen deze mechanismen niet optimaal (onder andere leidend tot instabiele, zwakke zelfrepresentaties), met als gevolg onvoldoende mogelijkheden tot mentaliseren en/of de ontwikkeling van een persoonlijkheidsstoornis. Ook psychotrauma kan leiden tot (partieel) onvermogen tot mentaliseren.
doel Kennisname van de ontwikkeling van een coherent zelf, de mogelijke stoornissen daarin en de daarmee samenhangende psychiatrische stoornissen. Toenemende kennis en toepassing daarvan moeten leiden tot goede behandeling en preventie van ontwikkelingsstoornissen (te denken valt aan vroegtijdig interveniëren in pathologische interacties tussen het zeer jonge kind en de primaire verzorger(s).
resultaten Begrip van het ontstaan van persoonlijkheidsstoornissen in het kader van mentalisatie, van de gevolgen van falend mentaliseren voor het (inter)persoonlijk mentaal functioneren, in het bijzonder voor de borderlinepersoonlijkheidsstoornis (Bateman & Fonagy 2004).
conclusie Een toenemend vermogen tot mentaliseren voorkomt schade in intermenselijke relaties, en bevordert op die manier een veilige gehechtheid aan belangrijke anderen, met als gevolg minder ondermijnende acties ten aanzien van het eigen lichaam en de eigen psyche, en die van de ander.