Macht en onmacht, delictpreventie in de forensisch psychiatrische praktijk
achtergrond De verwachtingen van politici, rechterlijke macht en de samenleving ten aanzien van het verminderen van het risico op delictrecidive door middel van psychiatrische behandelingen stroken vaak niet met de klinische en wetenschappelijke werkelijkheid. Enerzijds leeft er de gedachte c.q. de fantasie mensen te kunnen genezen van hun gevaarlijkheid, anderzijds is men van mening dat men (psychiatrische) delinquenten maar beter gewoon kan opsluiten en dat psychiatrische behandeling in het kader van delictpreventie verspilde energie en geld is. De toenemende behoefte aan zekerheid op het gebied van veiligheid in de samenleving werkt vaak verlammend op de dagelijkse praktijk van de psychiatrie. Door middel van het professionaliseren van het forensisch psychiatrisch risicomanagement tracht het werkveld te voldoen aan de paradoxale opdracht om de samenleving veiligheid te garanderen én patiënten zo efficiënt als mogelijk te resocialiseren.
doel Psychiaters, rechters, officieren van justitie en strafadvocaten hebben meer kennis van de (on)mogelijkheden van de forensische psychiatrie en risicomanagement.
methode Op basis van de combinatie van wetenschappelijke literatuur en casuïstiek worden de dilemma's waar de (forensische) psychiatrische instellingen mee worden geconfronteerd zichtbaar gemaakt.
resultaat Psychiaters, rechters, officieren van justitie en strafadvocaten kunnen gebruikmaken van hun kennis op het gebied van forensisch risicomanagement bij het adviseren, opleggen en aanbieden van strafrechterlijke maatregelen.
conclusie Meer kennis op het gebied van forensisch psychiatrisch risicomanagement bij de verschillende partijen betrokken bij de oplegging en uitvoering van strafmaatregelen zal kunnen leiden tot meer realistische verwachtingen van justitie, de politiek en de psychiatrie op het gebied van delictpreventie.