Verschillende soorten geweld en hun juridische implicaties
achtergrond Uit het promotieonderzoek van Brouwers (2007) blijkt dat er verschillende soorten geweld zijn, waaronder instrumenteel geweld en impulsief geweld; dat laatste wordt op zijn beurt weer onderverdeeld in een tijdvorm en een contextvorm.
doel Hoe moet de rapporteur pro Justitia daar op reageren in het advies aan de rechter?
methode De rechter behandelt ter terechtzitting het vragenprotocol van art. 350 Wetboek van Strafvordering. Bij de derde vraag daarvan komt aan de orde of er schulduitsluitingsgronden zijn. De rechter moet dan drie vragen beantwoorden: was er ten tijde van het begaan van het strafbare feit sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de verdachte, zo ja, is causaal verband tussen de stoornis en het strafbare feit aannemelijk en zo ja, welk oordeel moet- gelet op de eerste twee vragen en gelet op de alle omstandigheden van de casus - over de toerekening worden gegeven?
resultaat en conclusie Nu komt niet iedere geestelijke stoornis in aanmerking voor schulduitsluiting en van de stoornissen die daarvoor wel in aanmerking komen, worden niet alledrie de hiervoor genoemde vragen positief beantwoord. Met behulp van casuïstiek wordt uitgebreid ingegaan op deze thematiek; daarbij zal blijken dat details een belangrijk gewicht in de schaal kunnen leggen.