Het is al sinds de midden jaren zestig bekend dat de behandeling met clozapine kan worden gecompliceerd door een (dreigende) bloeddyscrasie, berustend op een remming van, met name, de granulocytencellijn. Bij de herintroductie van clozapine eind jaren tachtig is dan ook een richtlijn ontworpen voor monitoring van het witte bloedbeeld gedurende de behandeling met clozapine. Sindsdien is er veel onderzoek gedaan naar risicofactoren voor het ontstaan van agranulocytose en naar het onderliggende mechanisme van agranulocytose. Preventie, detectie en behandeling van deze bijwerking worden besproken, inclusief kansen en risico's van een rechallenge met clozapine na een doorgemaakte agranulocytose.