Delictrecidive bij jeugdige delinquenten met ernstige psychiatrische problematiek in dagbehandeling: vergelijking met een gematchte controlegroep
Tien jaar geleden startte dagbehandelcentrum De Derde Oever als één van de twee eerste forensisch jeugdpsychiatrische dagbehandelingscentra in Nederland. Dit behandelcentrum was bedoeld als alternatief voor residentiële behandeling voor gedragsgestoorde jeugdige delinquenten met (ernstige) psychiatrische comorbiditeit. Bij deze doelgroep is voortijdige uitval uit de behandeling één van de grootste risico's; drop-outpercentages tot 70% werden vanuit de literatuur (Kazdin) gemeld.
Terugkijkend zien wij bij het behandelcentrum een drietal ontwikkelingsfasen: de pioniersfase van 1997-1999, de vooral op het individu gerichte gestructureerde fase (2000-2002) en de introductie van gezinsgericht werken (2003-2005). In de op het individu gerichte fase ontstonden een meer gestructureerd behandelklimaat, een gefaseerde behandeling en het structureel aanbieden van sociale vaardigheidstraining, agressieregulatie (cognitieve) groepstherapie, andere trainingen en therapieën (vaktherapie, individuele cognitieve therapie) en onderwijs.
In 2003 is hier een begin mee gemaakt met gezinsgericht werken middels het introduceren van functionele gezinstherapie (Breuk e.a. 2006; Breuk e.a. 2007) binnen de dagbehandeling.
In deze lezing worden de resultaten van de dagbehandeling na de behandeling gegeven en de eerste follow-upresultaten van 12 maanden later: delictrecidive, woonsituatie en hebben van werk of naar school gaan. Voor het eerst is ook een vergelijking mogelijk met gedetineerde jongeren, die geen psychiatrische (na)zorg kregen.