Nieuwe vorm van cognitieve therapie ter preventie van depressieve terugval; bij wie heeft het zin?
achtergrond Depressie is vaak een recidiverende aandoening. Psychologische interventiemethoden lijken te kunnen bijdragen aan vermindering van depressieve terugval.
doel Resultaten uit een recente Nederlandse studie (delta-studie) naar de preventie van terugval met een korte cognitieve therapie (ct) zullen worden gepresenteerd (Bockting e.a. 2005). Daarbij zal specifieke aandacht worden besteed aan predictoren van goede respons op deze vorm van preventieve ct. Kortom: bij wie lijkt deze zinvol en bij wie niet?
methode Een groep herstelde patiënten (n = 187) met recidiverende depressies werd gerandomiseerd over alleen de reguliere zorg versus deze zorg plus een korte preventieve cognitieve therapie. Depressieve terugval werd prospectief bepaald over een periode van 2 jaar, waarna deze groep mensen nog eens 3,5 jaar gevolgd werd op depressieve terugval.
resultaten De toevoeging van ct aan reguliere zorg resulteerde in een significant beschermend effect over een periode van 2 jaar. Bij patiënten met 5 of meer vorige episodes (41% van de groep) reduceerde ct depressieterugval van 72% naar 46%. Vervolgens zal worden ingegaan op de vraag bij wie deze behandeling het beste aansluit en op de consequenties voor indicatiestelling.
conclusie Een nieuwe vorm van cognitieve therapie beschermt tegen terugval bij mensen met recidiverende depressies. Deze vorm van behandeling zou aangeboden moeten worden aan patiënten met minimaal 3 voorafgaande depressies, zowel in de eerste als in de tweede lijn.