Psychiatrie in het verpleeghuis
Psychiatrische stoornissen komen vaak voor onder bewoners van Nederlandse verpleeghuizen. De laatste tijd zijn hierover een aantal verontrustende getallen gepubliceerd: 22% van de verpleeghuisbewoners lijdt aan een depressie (major en minor), en daarnaast heeft nog eens 24% subklinische depressieve verschijnselen. Hoewel de meeste verpleeghuisartsen in een recente enquête aangaven dat zij het probleem van de zogenaamde double care demanding bewoners (dat wil zeggen bewoners bij wie naast de indicatie voor verpleeghuis- of verzorgingshuiszorg sprake is van een psychiatrisch probleem) duidelijk onderkenden, staat daar slechts een betrekkelijk schamel aanbod aan behandelmogelijkheden tegenover. Het grootste gedeelte van de huizen heeft weliswaar een vorm van samenwerking met een ggz-instelling, vooral bestaand uit de mogelijkheid tot consultatie, maar in de praktijk worden externe deskundigen maar weinig ingeschakeld. De behandeling bestaat vooral uit het voorschrijven van medicatie en het geven van advies, maar systematische psychosociale interventies vinden niet of nauwelijks plaats. Hiermee dreigen verpleeghuizen een soort omgekeerde reservaten te worden, waarvan de bewoners afgeschermd blijven van de zorg die voor ieder ander mens inmiddels gemakkelijk bereikbaar is. De ggz zal hier een actievere rol in moeten spelen dan zij tot dusver gedaan heeft. In dit symposium zal aandacht worden besteed aan recent onderzoek naar het vóórkomen van psychiatrische stoornissen en de zorg daarvoor.
In dit symposium zullen recente resultaten worden besproken van onderzoek naar psychiatrische stoornissen in Nederlandse verpleeghuizen en de behandeling daarvan.