Laat ontstane schizofrenie: wat weten we nu echt?
Hoewel het bekend is dat er enige variatie bestaat in risicofactoren en symptomen van psychose, en met name schizofrenie, ten gevolge van leeftijd van ontstaan, zijn er nog steeds veel onduidelijkheden over de precieze verschillen en de onderliggende oorzaken van de verschillen tussen laat en vroeg ontstane schizofrenie. Wat is bekend over het beloop van schizofrenie als functie van leeftijd van ontstaan? En hoe is het sociaal functioneren van ouderen met schizofrenie? En bestaan de zo vaak beschreven sekseverschillen in leeftijd van ontstaan wel echt, of worden ze veroorzaakt door verschillen in burgerlijke status die daarmee samenhangen? Een ander aspect is dat gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen die zich voor het eerst manifesteren op latere leeftijd vaak moeilijk te diagnosticeren zijn, waarbij met name de differentiatie tussen gedragsveranderingen op basis van een frontaalkwabdementie en laat ontstane schizofrenie moeilijk te maken is. Een vraag is dan ook hoe men met eventuele nieuwe methoden een beter onderscheid kan maken tussen deze aandoeningen.
In deze parallelsessie wordt geprobeerd deze vragen te beantwoorden aan de hand van eigen onderzoek van de Universiteit Maastricht, ggz Buitenamstel en het vu medisch centrum. Tevens wordt geprobeerd hiermee een beeld te geven van de stand van zaken van onderzoek naar psychotische stoornissen op latere leeftijd in Nederland.