Veranderde immuun- en stressreactie als voorspeller van chronische depressie bij ouderen.
Bij het ontstaan en het in stand houden van een chronische depressie bij ouderen spelen het endocriene systeem, het immuunsysteem en de wisselwerking tussen beide een belangrijke rol. Centraal in de endocriene stressreactie staat het corticotropin- releasing hormoon (crh). crh stimuleert de hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsas (hhb-as). Uit de hypofyse komt dan het adrenocorticotroop hormoon vrij, dat op zijn beurt het bijnierschors aanzet tot de productie van cortisol. Bij jongvolwassenen hangt depressie samen met chronische activatie van de hhb-as en een verhoogde cortisolwaarde. Bij depressieve ouderen wordt er zowel een verhoogde als een verlaagde cortisolconcentratie gemeld. Er is voor dit verband dus waarschijnlijk sprake van een U-vormige curve (Bremmer e.a. 2007).
Het immuunsysteem en het centrale zenuwstelsel (czs) beïnvloeden elkaar over en weer. Cytokines spelen een belangrijke rol in deze communicatie. Deze kunnen bijvoorbeeld perifere zenuwen, zoals de N. vagus, stimuleren en zo dus ook het czs. Maar cytokines kunnen ook, door nog onbekende mechanismen, het gehele czs bereiken en daardoor de hhb-as rechtstreeks beïnvloeden. Een belangrijk cytokine in bovengenoemde processen is het interleukine 6 (il-6), dat de lever aanzet tot de productie van het acutefase-eiwit: C-reactief proteïne (crp). Diverse studies geven tegenovergestelde correlaties tussen ontstekingsparameters zoals il-6 en crp en het hebben van een depressie op latere leeftijd. Bij de Longitudinal Aging Study Amsterdam (lasa) loopt nu een studie waarin gekeken wordt of crp een prognostische biologische parameter kan zijn voor een chronisch beloop van depressie op latere leeftijd.
In deze voordracht zullen een aantal recente en nog lopende onderzoeken worden besproken. Concluderend lijkt er sprake van een verschil ten aanzien van de kwetsbaarheid voor chronische depressie in het algemeen en een subtypering van chronische depressie bij ouderen.