Handbook of PTSD. Science and Practice
Zelden heeft een onderwerp zoveel losgemaakt en zoveel publicaties gegenereerd als de posttraumatische stressstoornis (ptss). De laatste 10 jaar verschenen er volgens PubMed in de literatuur liefst 9.300 artikelen met ptss in de titel. In de 16 jaar hiervoor 2.800. Ruim tien jaar was Traumatic Stress van Van der Kolk e.a. het handboek voor de psychotraumatoloog. Het Handbook of ptsd, weliswaar een minder fraaie titel, is daarvan een waardige opvolger. Het boek opent met een fraai hoofdstuk waarin kort de stand van zaken wordt geschetst en waarin de ogen niet gesloten worden voor de kritische kanttekeningen die bij het concept gemaakt kunnen worden. De kritiek wordt op een evenwichtige wijze beantwoord en dat mag een verademing genoemd worden na de jarenlange heftige tegenstellingen tussen voor- en tegenstanders. Ook in de overige hoofdstukken treft men een gewogen oordeel over de onderwerpen. Het boek ademt verder op een voortreffelijke wijze de moderne wetenschappelijke opvattingen en het blijft voortdurend kritisch. Elk hoofdstuk wordt bovendien afgesloten met 'uitdagingen voor de toekomst'. Het theoretische gedeelte van dit handboek gaat van epidemiologie tot risicofactoren; van psychologische theorie tot neurobiochemie en gen-omgevingsinvloeden. Het zijn gedegen overzichten, die als review in een tijdschrift niet zouden hebben misstaan. Zelfs puur methodologische problemen, zoals die voorkomen bij het interpreteren van de verklaringskracht van risicofactoren, krijgen ruim de aandacht. Speciale topics zoals het geheugen en dissociatie krijgen een apart hoofdstuk. Andere onderwerpen, zoals intrusies, flashbacks en de vervlakking van het affect helaas niet. In het hoofdstuk over de psychologische theorieƫn wordt duidelijk dat ook andere concepten dan de klassieke conditioneringstheorie goede verklaringsmodellen zijn voor een groot aantal fenomenen van de ptss. De emotion-processingtheorie, waarin het angstcircuit een grote rol speelt, was een fraaie gelegenheid geweest een koppeling te maken tussen de neurobiologie en de psychologie. Dat is jammer, terwijl de voortgang op beide gebieden toch hand in hand lijkt te gaan. Het praktijkgedeelte bespreekt de diagnostiek, de nog immer controversiƫle vroege interventie, de evidentie van psychosociale behandelingen, waaronder vooral cognitieve gedragstherapie en eye movement desensitization and reprocessing (emdr) worden verstaan, en de farmacotherapie. Vooral het hoofdstuk over de farmacotherapie is voor de psychiater innoverend. Er is inderdaad veel nieuws te vertellen over de ptss. Voor wie een beetje uitgekeken was geraakt, is dit boek een nieuwe stimulans en wie er nog niet in thuis was, kan na lezing van dit boek op niveau meepraten.
J.E. Hovens