Domestic Violence and Family Safety. A systemic approach to working with violence in families
Beide auteurs startten acht jaar geleden een privéinitiatief tegen huiselijk geweld, namelijk Reading Safer Families. Hun voornaamste drijfveren waren het gebrek aan therapeutische begeleiding voor mannelijke daders van huiselijk geweld en het besef dat huiselijk geweld funest is voor de ontwikkeling van kinderen, zelfs al delen ze niet rechtstreeks in de klappen. De manier van werken binnen het gemeenschapsproject wordt weergegeven in dit boek. Centraal in het therapeutische werk staan risicotaxatie, verantwoordelijkheid en samenwerking. Voordat er sprake is van een behandeling vindt er een grondige risicotaxatie plaats van minstens zes sessies. Aandacht gaat hierbij uit naar een uitgebreide anamnese van het huiselijke geweld (frequentie, ernst, duur, rol van alcohol en drugs), evenals naar de aanwezigheid van empathie, zelfreflecterend vermogen en motivatie bij de dader om het geweld te stoppen. Er wordt gezocht naar een verklaring voor het geweld en tegelijkertijd wordt de dader op zijn verantwoordelijkheid voor het geweld en de veiligheid van het gezin gewezen. Er wordt uitsluitend gewerkt met verwijzingen vanuit medische of juridische instanties. De verwijzer blijft bovendien een centrale rol spelen en wordt elke vier tot zes sessies uitgenodigd voor een evaluatiegesprek samen met het gezin. Aangezien de auteurs vanaf het begin duidelijk maken dat ze geen 'vertrouwelijkheid' garanderen bij geweld, kan je de deelname van de verwijzer beschouwen als een nuttige vorm van samenwerking of als een stok achter de deur, hoewel de auteurs dit laatste zeker niet bedoelen. Verder komen de gebruikelijke interventies aan de orde, met een niet-geweldcontract, time-out en veiligheidsprocedures bij dreigend geweld en het werken aan gevoelens van schuld, schaamte en kwaadheid. Er is ook een mooi hoofdstuk over de gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen. Hoewel het boek aanvankelijk prikkelt door de aandacht voor allerlei vormen van huiselijk geweld (heteroseksueel en homoseksueel partnergeweld, ouder-kindgeweld, siblinggeweld, vrouwelijk geweld, mannelijk geweld) en de plaats van 'schuldig' verzuim, beperkt het zich snel tot fysiek geweld van man naar vrouw binnen een heteroseksuele relatie. Toch wat teleurstellend na de leuke menukaart, en een gemiste kans. Talrijke wetenschappelijke verwijzingen doorspekken het verhaal, waardoor je soms de rode draad van de eigen therapeutische concepten van de auteurs dreigt te verliezen of sterker nog, dat je durft te twijfelen aan het bestaan ervan. Of de auteurs zich toespitsen op expertises (met de risicotaxatie) of uiteindelijk op een behandeling, blijft de vraag. De dertien contra-indicaties voor therapie bij huiselijk geweld (in een appendix) doen dit boek zeker niet naar de therapiekant hellen.
G. Lemmens