Gedragsverandering in gezinnen. Cognitieve gedrags- en systeemtherapie (8ste herziene druk)
Een achtste en herziene druk van een Nederlandstalig boek van bijna zevenhonderd bladzijden dik. Je kunt er bijna niet omheen: dit is een belangrijk boek. Maar wat verklaart het succes? De belangrijkste troef van dit boek lijkt een combinatie van techniek en kliniek. Het is geënt op een rijke klinische praktijk, die zijn weerslag vindt in de grote hoeveelheid klinische vignetten. In feite is dit boek één grote aaneenschakeling van casusmateriaal dat laat zien hoe en wat de therapeut denkt en doet. Het roept hierdoor dezelfde sfeer op als de eerste boeken over de systemische gezinstherapie. Tegelijkertijd komen alle therapeutische technieken en interventies binnen de vooral gedragsmatige gezinstherapie aan bod. Alles staat erin: van registratie, onderhandelen, heretiketteren tot het geven van opdrachten - paradoxaal of congruent - en hoe en wanneer ze in te passen binnen het therapeutische proces. Timing is belangrijk volgens de auteur. Een bijzonder mooi uitgewerkt voorbeeld van een interventie betreft het hoofdstuk over de toepassing van schrijfopdrachten. Ook de hoofdstukken over seksuele problemen, proefscheiding en opvoeding zijn prettig. Het grote nadeel van dit boek is dat het conceptueel en theoretisch niet echt sterk staat. De theoretische hoofdstukken stammen te veel uit de oude (structureel-strategische) doos, ze zijn sterk symptoomgericht en gaan volledig voorbij aan normale processen binnen gezinnen. Bovendien heb ik soms het gevoel dat casussen ('en nog een voorbeeld') meer fungeren als een camouflage voor het gebrek aan onderbouwing, dan dat ze een illustratie zijn van de theoretische concepten. Het meest storend vind ik dat de gegeven informatie weinig essentieel en relevant is, zoals in het hoofdstuk over de stromingen en hun geschiedenis. Het hoofdstuk over de stand van zaken in het onderzoek is in die zin ook een schrijnend voorbeeld. Het haalt met willekeur onderzoeken aan, springt van de hak op de tak en gaat volledig voorbij aan de beschikbare onderzoeksliteratuur over gezinsinteracties en psychopathologie of de effectiviteit van gezinsinterventies. Je leest niets over affectieve stijl en communication deviance in schizofrene gezinnen, wel een beetje over expressed emotion en gezinsbelasting, maar niet voldoende, laat staan iets over de verschillende ontwikkelde gezinsmodellen (al dan niet psycho-educatief) en hun effectiviteit. Het lijkt me een slechte zaak voor de gezinstherapie mocht dit hoofdstuk door 'leken' als referentie worden gebruikt. Meer nog: het maakt dat dit boek vooral een - weliswaar degelijk - praktijkboek blijft.
G. Lemmens