Treating Survivors of Childhood Abuse. Psychotherapy for the Interrupted Life
Dit is een uitstekend boek geschreven in de traditie van de cognitieve gedragstherapie en verrijkt met inzichten uit theorieën over hechting en objectrelaties. De auteurs gaan ervan uit dat volwassenen met een geschiedenis van mishandeling, seksueel misbruik en/of verwaarlozing in de kindertijd niet uitsluitend lijden onder de symptomen van posttraumatische stress, waaronder gedissocieerde traumatische herinneringen. Minstens zo schadelijk achten zij de gevolgen van: (1) het ontbreken van gezonde hechting; (2) het als kind missen van effectieve begeleiding in het ontwikkelen van emotionele en sociale vaardigheden; en (3) het ontbreken van steun van en inbedding in de ruimere sociale omgeving. Dergelijke ernstige problemen komen veel voor in gezinnen waarin chronische kindermishandeling plaatsvindt. Vooral onder stressvolle omstandigheden zijn veel mensen met een dergelijke achtergrond onvoldoende in staat om hun emoties te reguleren. Daarnaast schieten hun sociale vaardigheden vaak tekort. De auteurs beschrijven in detail een gestructureerde, fasegeoriënteerde therapie, die ondanks zijn korte duur tot goede resultaten leidt. De eerste fase bestaat uit acht zittingen waarin een zogeheten skills training for affective and interpersonal regulation wordt toegepast. De emotieregulatietraining richt zich op het verhogen van het bewustzijn van emoties, de regulering van emoties en de acceptatie van positieve emoties. Deze benadering leidt niet alleen tot een beter functioneren in het dagelijkse leven, maar rust de patiënt ook beter uit voor de tweede behandelingsfase. De tweede fase, die eveneens acht zittingen duurt, is gericht op de behandeling van de traumatische herinneringen. De door de auteurs ontwikkelde vorm is narrative story telling, waarmee patiënten narratieve herinneringen aan hun traumatische ervaringen ontwikkelen, de bijbehorende negatieve schema's wijzigen en hun levensgeschiedenis reconstrueren. Dit boek beschrijft beide fasen in detail, zodat geïnteresseerde therapeuten de benadering in principe kunnen toepassen. Zoals hun eigen werkwijze ook kenmerkt, raden de auteurs een flexibele toepassing aan, aangepast aan de behoeften van de individuele patiënt. Het boek bevat tal van handouts die therapeuten voor hun patiënten mogen kopiëren. Onderzoek toont aan dat het om een effectieve benadering gaat. Voorts lijkt deze benadering goed te combineren met andere therapievormen. De auteurs gaan mijns inziens te kort in op de contra-indicaties voor deze benadering. Patiënten met een dissociatieve stoornis en met ernstig zelfbeschadigend gedrag en dreigende suïcidaliteit komen er volgens hen niet voor in aanmerking (volgens mij kunnen ze wel degelijk baat hebben van een vaardigheidstraining, maar dan wel op hun specifieke problematiek gericht). Kortom, in dit boek wordt onvoldoende belicht dat de beschreven benadering niet geschikt is voor mensen die er echt slecht aan toe zijn door hun chronische traumatisering, ook al passen elementen van dit programma in een noodzakelijkerwijs meeromvattende behandeling.
O. van der Hart