Freud & Co in de Psychiatrie. Klinisch-psychotherapeutisch perspectief. In de reeks Psychoanalytisch Actueel
In de reeks Psychoanalytisch Actueel heeft uitgeverij Garant alweer een derde publicatie laten verschijnen, ditmaal van Mark Kinet, psychiater en psychoanalytisch therapeut, werkzaam in de Kliniek St.-Jozef te Pittem, België. Dit boek wil een overzicht geven van psychoanalytische modellen in relatie met de psychiatrie. Na Sigmund Freud is de tijd niet stil blijven staan en heeft de psychoanalyse zich ontwikkeld tot een uitgestrekte delta van stromingen en stroompjes. Dat heeft veel vruchtbaar land opgeleverd met een grote diversiteit aan richtingen en groeperingen. Hier en daar zijn er na inpoldering ook hele gebieden droog komen te staan, waar niet meer wordt geoogst. De grote stromingen die voor de psychiatrie relevant zijn, komen in dit boek aan bod. De voortrekkers van deze richtingen zijn Melanie Klein, Wilfred Bion, Donald Winnicott en Jacques Lacan. In het eerste hoofdstuk worden de verschillen tussen psychiatrie, psychotherapie en psychoanalyse uiteengezet zoals die in hun onderscheiden epistemologie en ethiek naar voren komen. In het tweede hoofdstuk komt de actualiteit aan de orde, het verschil tussen menen en genen, de cultuurfactor, de uitsluiting van het subject in de huidige psychiatrie en het monotone biologisme, om er maar een paar onderwerpen uit te lichten. Het derde hoofdstuk staat in het teken van de dialoog tussen psychiatrie en psychoanalyse, die gevangen zit in de onmogelijkheid van een flagrante tegenspraak. De excommunicatie van de neurose (uit de dsm), die het paradigma van de psychoanalyse is, geldt als voorbeeld van deze onmogelijkheid of verbroken dialoog. Het is de vraag of de psychiatrie met het wetenschappelijke ideaal van de natuurwetenschappen zich wel laat verenigen met de hermeneutiek die kenmerkend is voor de psychoanalyse. Deze twee paradigmata die divergeren naar twee elkaar uitsluitende uitersten, het objectieve en het subjectieve weten, kunnen elkaar hooguit in een asymptotisch verdwijnpunt raken; 'et tout le reste est littérature'. Het onbewuste weten, dat meer een poëtisch karakter draagt, wordt gesteld tegenover het expliciete weten, dat wordt gekenmerkt door een digitaal karakter. Hoofdstuk vier behelst dan de confrontatie van de psychiatrie met de psychoanalytische richtingen in de praktijk van de klinische psychotherapie. Het vijfde hoofdstuk wil laten zien dat een integratie tussen psychiatrie en psychoanalyse mogelijk is, uitgaande van de klinische psychotherapie. Hoofdstuk zes is een toegift waarin de complexiteit en particulariteit van de kliniek ruimte biedt aan de scientist-practitioner tussen wetenschap en kunst. En passant worden daar de poëzie en mystiek in meegenomen. Alles bij elkaar is dit een zeer rijk boek waarin het thema van de klinische psychotherapie in al zijn schakeringen wordt bespeeld om de psychoanalyse en de psychiatrie te laten samenkomen. De woordkunstenaar die Mark Kinet zich hier betoont, staat garant voor een rijke bron waaraan menig clinicus zich kan laven. Het psychoanalytische begrippenkader is niet altijd voor iedere lezer even vertrouwd (zoals Bion en Lacan), maar wordt telkens in andere variaties bespeeld zodat op den duur toch een mooi tableau vivant op het canvas verschijnt waar de schering van de psychiatrie en de inslag van de psychoanalyse met elkaar worden verknoopt. De integratie van beide paradigmata wordt overgelaten aan de creativiteit van de lezer, en zo hoort het ook.
J.A.M. de Kroon