Psychische stoornissen, gedragsproblemen en verstandelijke handicap. Een integratieve benadering bij kinderen en volwassenen
Vijftien jaar na het verschijnen van zijn boek Psychische en gedragsstoornissen bij zwakzinnigen (Došen 1990), heeft deze auteur een schitterend vervolg geschreven dat een belangrijke leemte opvult in de huidige psychiatrische literatuur over de doelgroep. Het boek biedt een up-to-date overzicht van de diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen bij mensen met een verstandelijke handicap. Het nosologisch categoriaal dsm-kader dat voornamelijk fenomenologisch-descriptief gericht is, leent zich onvoldoende voor diagnostiek bij deze mensen. De onderkenning van de symptomen is veel moeilijker en hun symptomen zijn in diagnostische zin minderzeggend dan bij normaalbegaafden. In de loop van zijn vele jaren klinische ervaring met de doelgroep heeft de auteur zijn integratieve benadering als manier van omgaan met de psychische stoornis op een systematische wijze ontwikkeld. Bijzondere aandacht wordt hierbij besteed aan de persoonlijkheidseigenschappen van het individu en de processen die tot psychopathologie geleid hebben. Došen hanteert verschillende denkmodellen, zoals de fenomenologischdescriptieve (dsm-)diagnostiek en de genetische, functionele, ontwikkelingsgerelateerde en orthopedagogische benaderingen. De integratieve benadering bestaat uit processen die zich op drie niveaus afspelen. Het eerste niveau is het niveau van de basale psychische en fysiologische processen. Het tweede niveau is het niveau van de psychosociale processen. Op het derde niveau spelen zich de processen af die leiden tot maladaptief gedrag en tot psychische stoornissen die worden veroorzaakt door verstoring van processen op de eerste twee niveaus of door conflictueuze situaties en stresservaringen vanuit de omgeving. De integratieve diagnose wordt gesteld door een integratie van diagnosen op alle drie de niveaus. Op het derde niveau wordt een fenomenologisch-descriptieve psychiatrische diagnose gesteld. Op grond van inzichten in de processen op het tweede niveau en in verband met de psychopathologie op het derde niveau wordt een ontwikkelingspsychiatrische diagnose gesteld. Op het eerste niveau worden de afwijkingen aangeduid als functiestoornisdiagnose, genetische diagnose et cetera. Andere aspecten op alle drie de niveaus geven zicht op het holistische beeld, waarbij ook de persoonlijkheidskenmerken voor de integratieve diagnose belangrijk zijn. Het boek bestaat uit zes delen. In het eerste deel wordt aandacht besteed aan de theoretische gronden van de integratieve manier van denken. In het tweede deel worden methodes van onderzoek, diagnostiek en behandeling beschreven. Meer in het bijzonder wordt een overzicht gegeven van de bestaande onderzoeksinstrumenten, zoals de door de auteur en medewerkers ontworpen schaal van emotionele ontwikkeling (seo) en de schaal voor ontwikkelingspsychiatrische diagnostiek (sopd). De verschillende onderdelen voor het stellen van de integratieve diagnose worden praktisch uitgewerkt. In het hoofdstuk over de integratieve behandeling worden de specifieke hulpvragen geformuleerd en voorbeelden van behandelplannen en methodieken van de vierdimensionale integratieve behandeling gegeven. In het derde deel wordt het verband besproken tussen afwijkend functioneren van verschillende hersengebieden en psychische stoornissen. Het vierde deel bevat veel beschrijvingen van ontstaan, presentatie op symptoomniveau en behandeling op verschillende ontwikkelingsniveaus. In het vijfde deel wordt uitgebreid aandacht besteed aan bepaalde specifieke stoornissen, zoals (auto)agressiviteit en impulscontrolestoornissen. Daarnaast komt het brede gamma van psychiatrische stoornissen bij mensen met een verstandelijke handicap aan bod, zoals psychotische stoornissen, angststoornissen, obsessieve compulsieve stoornissen en stemmingsstoornissen, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd), persoonlijkheidsstoornissen, psychische stoornissen bij genetische syndromen en psychische stoornissen bij ouderen. Het zesde deel geeft tot slot een overzicht van de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg voor mensen met een verstandelijke handicap in Nederland. Het boek is een must voor artsen, psychiaters, psychologen en orthoagogen die met de doelgroep werken. Het is tevens een sterke aanrader voor de collega's die werkzaam zijn in de psychiatrie.
L. Baudewijns