Boekbespreking
Wat woorden ons niet vertellen en beelden wel (2)
J. Schieveld
w-111
leerdoel (1) Leren abnormaal bewegingsgedrag bij kinderen te observeren; (2) leren patronen te onderscheiden in dit gedrag; leren een differentiële diagnose op te stellen van dit gedrag; leren wanneer aanvullend onderzoek geïndiceerd is; (3) leren hoe bewegingsstoornissen er uitzien. 'Mijn kind doet soms zo raar, heeft van die buien'. Abnormaal gedrag, verstoord functioneren, roept soms de vraag op of het psychisch of 'organisch' is. Kinder- en jeugdpsychiaters krijgen zowel van ouders, leerkrachten als vanuit hun team vragen over de mogelijke rol van organiciteit. Vaak hebben kinder- en jeugdpsychiaters medische eindverantwoordelijkheid in hun team. Zij moeten regelmatig zowel in hun dagelijks werk als in crisisdienst of als achterwacht beslissen over 'pluis of niet pluis', over een kind zelf moeten zien of over de noodzaak om een kind te verwijzen naar een kinderneuroloog of kinderarts. Soms moet dit met informatie van derden, soms op grond van eigen bevindingen.
In de geneeskunde is 'bedside teaching' een goede manier om te leren hoe te kijken naar abnormaal gedrag, en nog leerzamer is om dat met een kinderneuroloog te doen. Juist het brein vraagt nadrukkelijk om een multidisciplinaire benadering. Aan de hand van casuïstiek met videomateriaal zullen besproken worden: (1) hoe te observeren, welke anamnestische vragen van belang zijn, hoe te komen tot een differentiële diagnose; (2) wanneer aanvullend onderzoek geïndiceerd is. Zeldzame of settinggebonden (acute) organische ziektebeelden worden gedemonstreerd en besproken (o.m. delier).
Er zullen andere casus gedemonstreerd worden dan in 2006.