Boekbespreking
Angst en depressie bij verpleeghuisbewoners. Prevalentie, risico-indicatoren en gevolgen
M. Smalbrugge, K. Jongenelis, A.M. Pot, A.T.F.
Beekman, J.A. Eefsting
s-32
In het Amsterdam Groningen Elderly Depression (aged)-onderzoek is de prevalentie van angst en depressie bij verpleeghuisbewoners onderzocht met behulp van de Geriatric Depression Scale (gds) en de Schedules for Clinical Assessment in Neuropsychiatry (scan). Daarnaast zijn risico-indicatoren voor angst en depressie en consequenties van beide stoornissen voor de kwaliteit van leven en het zorggebruik onderzocht. De prevalentie van angststoornissen, 10%, blijkt vergelijkbaar met in de algemene ouderenpopulatie gevonden prevalenties. De prevalentie van depressie in verpleeghuizen is echter 3 tot 4 keer hoger dan in de algemene ouderenpopulatie. De prevalentie van depressie daalt gedurende de opname door remissie van bestaande depressies (ruim 35%) en doordat nauwelijks nieuwe gevallen ontstaan (< 5%). Beroerte, depressie en een mmse-score > 23 (Mini Mental State Examination) zijn risico-indicatoren van angst bij verpleeghuisbewoners. Een leeftijd < 80 jaar, een beroerte, pijn, visuele beperkingen en eenzaamheid zijn risico- indicatoren van depressie bij verpleeghuisbewoners. Geslacht is, anders dan in de algemene ouderenpopulatie, noch voor angst noch voor depressie een risico-indicator. Angst en depressie beinvloeden zowel de kwaliteit van leven (vermindert) als het zorggebruik (hogere consultatiefrequentie van specialisten; hoger medicijnverbruik) aanzienlijk. De consequenties van deze epidemiologische bevindingen voor de praktijk zullen worden besproken.