Een Europees onderzoek naar het simultaan gebruik van klassieke en atypische antipsychotica
doel Het doel van dit Europese onderzoek is het meten van de omvang van het voorschrijven van de combinatie van atypische met klassieke antipsychotica en van de combinatie van atypische antipsychotica met anticholinergica. Het betreft een voornamelijk klinische populatie. Tevens wordt onderzocht hoe de omvang van de huidige lokale situatie is.
methode Een groot Europees farmacoepidemiologisch onderzoek (n = 2.725; 1998/1999) en een klein lokaal Nederlands onderzoek (n = circa 300; onderzoek loopt, 2006/2007) zijn uitgevoerd bij patiënten, die meer dan 6 weken atypische antipsychotica gebruikt hebben. Er is gemeten op 1 specifieke dag.
resultaten In het Europese onderzoek kwam de combinatie van atypische antipsychotica en klassieke antipsychotica voor bij 42,1% van de patiënten. Als de combinatie atypische antipsychotica met laagpotente klassieke antipsychotica niet meegeteld wordt, is het percentage 24,1%. Een combinatie van een atypisch antipsychoticum met een anticholinergicum kwam voor in 30,1% van de gevallen. Van de patiënten gebruikt 47,1% naast hun atypische antipsychoticum géén klassiek antipsychoticum en/of anticholinergicum. De resultaten van het vergelijkende kleine Nederlandse onderzoek worden bij de lezing getoond.
conclusie Het gelijktijdige gebruik van atypische antipsychotica met klassieke antipsychotica en/of anticholinergica komt frequent voor. Mogelijk is monotherapie met atypische antipsychotica bij een substantieel aantal patiënten onvoldoende effectief.