achtergrond Het gebruik van cannabis is geassocieerd met een minder gunstig ziektebeloop bij patiënten met schizofrenie.
doel Onderzoeken van effecten van cannabis op psychotische symptomen en affect in het dagelijks leven.
methode Patiënten met een psychoti- sche aandoening (n = 42) en gezonde controlepersonen (n = 38) werden vergeleken in hun reactie op cannabis in het dagelijks leven door middel van een gestructureerde dagboekmethode (Experience Sampling Methode).
resultaten Cannabisgebruik was geassocieerd met een toename in positief affect en - echter alleen in patiënten - met een afname in negatief affect. Bij patiënten, maar niet bij controlepersonen nam de intensiteit van auditieve hallucinaties toe na het gebruik van cannabis. Dit bleek niet het geval te zijn wat betreft de intensiteit van waanideeën. De stemmingsverbeterende effecten van cannabis waren acuut, terwijl de psychoseversterkende effecten subacuut waren. Er werden geen aanwijzingen voor effecten van zelfmedicatie gevonden.
conclusie Patiënten zijn gevoeliger voor zowel de psychotische als de stemmingsverbeterende effecten van cannabis. De temporele dissociatie tussen de acute, belonende effecten en de subacute negatieve effecten van cannabis zou ten grondslag kunnen liggen aan het aanhoudende gebruik van cannabis onder patiënten. Dit ondanks de negatieve langetermijneffecten hiervan op symptomen en beloop van de ziekte.