Boekbespreking
Is de bipolaire stoornis bij ouderen anders dan bij jongeren?
F. Oostervink, M. Boomsma, W.A. Nolen
po-39
achtergrond De literatuur is onduidelijk over verschillen tussen jongeren en ouderen met een bipolaire stoornis. doel Is er verschil tussen jongere volwassenen en ouderen met een bipolaire stoornis, en in het bijzonder tussen ouderen met een vroeg-ontstane (eob) versus een laat-ontstane bipolaire stoornis (lob)?
methode Patiënten die deelnamen aan het emblem-onderzoek werden onderverdeeld in jongere volwassenen (< 50 jaar; n=2.286) en ouderen (> 60 jaar; n=475), en daarnaast in ouderen met eob (< 50 jaar; n=323) en ouderen met lob (>50 jaar; n=141). De uitkomstmaten waren: ziektekenmerken, vormen van medicatie, Clinical Global Impression Scale for bipolar illness (cgi-bp), ernst van manie, depressie en globale stoornis en ook psychose bij start en na 6 en 12 weken.
resultaten In het voorafgaande jaar hadden ouderen, in het bijzonder die met eob, vaker een rapidcyclingpatroon dan jongeren, maar minder vaak een suïcidepoging gedaan. Bij start van het onderzoek vertoonden ouderen minder manische en psychotische symptomen, maar ze verschilden niet in depressieve symptomen. Voorafgaand gebruikten ouderen vaker monotherapie. Voorafgaande aan en tijdens het onderzoek kregen ouderen vaker antidepressiva, en minder vaak atypische antipsychotica. Wat betreft uitkomst was er geen verschil tussen jongeren en ouderen, maar de lob's verbeterden sterker dan de eob's.
conclusie Ouderen met een bipolaire stoornis vertonen verschillen ten opzichte van jongeren, met een betere prognose wanneer de stoornis laat is ontstaan.