Boekbespreking
Psychofarmacabeleid bij operaties
F.J. Huyse, D.J. Touw, R. Stack, J.P.J. Slaets, J.J. De Lange
s-15
achtergrond Psychofarmaca behoren tot de medicamenten die in combinatie met anesthetica een verhoogd risico op complicaties in de preoperatieve periode geven. Specifieke richtlijnen voor het gebruik van deze middelen gedurende deze periode ontbreken. doel en methode In deze voordracht wordt op basis van een systematische analyse van de risico's en literatuur een voorstel gedaan voor een richtlijn.
resultaten Patiënten die lithium, monoamineoxidaseremmers (mao-remmers), tricyclische antidepressiva en clozapine gebruiken, hebben een risico op schadelijke geneesmiddelinteracties en bij staken op onttrekkingsverschijnselen, lithium uitgezonderd. Vanuit anesthesiologisch perspectief zouden deze medicamenten gestaakt moeten worden. Vanwege de psychiatrische risico's op onthouding en recidief is bij sommige van deze medicamenten intensieve psychiatrische medebehandeling gewenst. Bij patiënten die selectieve serotonineheropnameremmers (ssri's) gebruiken en psychisch en lichamelijk stabiel zijn, rechtvaardigt het risico van onttrekking bij staken het continueren van deze medicamenten. Maar als zij lichamelijke stoornissen hebben of psychisch instabiel zijn, moeten zij ook psychiatrisch worden meebehandeld. Hetzelfde geldt voor patiënten die antipsychotica of andere dan de hier genoemde antidepressiva gebruiken.
conclusie Gezien de omvang van het gebruik en de ernst van de risico's is het gewenst dat beleid rond het al dan niet continueren van psychofarmaca een vast onderdeel van preoperatief onderzoek vormt.