Boekbespreking
Voorspelt de werking van 'stresssystemen' angstproblemen twee jaar later?
K. Greaves-Lord, R.F. Ferdinand, J.H.M. Tulen, T.
Oldehinkel, F.E.P.L. Sondeijker, A. Dietrich, J.
Ormel, F.C. Verhulst
po-37
achtergrond Angstproblematiek is vaak hardnekkig en aanhoudend, daarom is onderzoek naar de etiologie van deze problematiek erg belangrijk. De rol van biologische factoren is hierbij van belang. Twee systemen die mogelijk in verband staan met angstproblematiek zijn de zogenaamde hpa-as en het autonome zenuwstelsel. Deze systemen spelen beide een rol in de reactie op stress en wellicht is een sterkere reactiviteit van deze systemen een risicofactor voor het ontstaan van angstproblemen. methode In het trails-onderzoek (TRacking Adolescents' Individual Lives Survey), een grootschalig multidisciplinair bevolkingsonderzoek, is dit mogelijke verband nader onderzocht. Bij een groep van 1.027 kinderen is op 10- tot 12- jarige leeftijd de werking van de hpa-as in kaart gebracht door het hormoon cortisol te meten. De werking van het autonome zenuwstelsel is in kaart gebracht door hartslag en bloeddruk te meten. Angstproblemen zijn in dezelfde periode en 2 jaar later gemeten met behulp van de Revised Child Anxiety and Depression Scale (rcads), een zelfrapportagevragenlijst. resultaten Kinderen met stijgende angstproblemen hebben hogere cortisolconcentraties dan kinderen zonder angstproblemen. Ook lijkt de reactiviteit van het autonome zenuwstel angstproblemen twee jaar later in enige mate te voorspellen. Verdere resultaten zullen op dit congres worden gepresenteerd.