Boekbespreking
Stemmings- en angststoornissen in Amsterdam: verschillen in prevalentie en zorggebruik naar etniciteit.
M. De Wit, W. Tuinebreijer, J.J. Dekker, A.
Beekman, W. Gorissen, B.W. Penninx, I. Komproe,
P. Mesu, A.P. Verhoeff
s-12
Om inzicht te verschaffen in de geestelijke gezondheid van verschillende etnische groepen in Amsterdam, is een bevolkingsonderzoek opgezet. Het onderzoek richt zich op stemmings- en angststoornissen en zorggebruik bij de Turkse, Marokkaanse, Nederlandse en in beperkte mate Surinaamse/ Antilliaanse inwoners van Amsterdam. De gegevens zijn verzameld door middel van mondelinge interviews door getrainde meertalige interviewers bij een steekproef van de Amsterdamse bevolking uit verschillende etnische groepen. De overall prevalentie van stemmings- en angststoornissen was 26% (lifetime), 15% (afgelopen jaar) en 7% (afgelopen maand). De prevalentie in de laatste maand was het hoogst voor de Turkse Amsterdammers (19%), gevolgd door de Marokkaanse Amsterdammers (10%), de Nederlandse Amsterdammers (7%) en de Surinaamse/Antilliaanse Amsterdammers (1%). Bij Marokkaanse Amsterdammers was de prevalentie hoger bij mannen dan bij vrouwen (13% versus 6%).
Het gebruik van eerstelijnszorg voor psychische klachten was vergelijkbaar bij respondenten met een stoornis uit de verschillende etnische groepen (40%), evenals het gebruik van tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (23%). Stemmings- en angststoornissen komen meer voor bij Amsterdammers van Turkse en Marokkaanse afkomst dan bij autochtone Amsterdammers. Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik van zorg door mensen met een stoornis samenhangt met etniciteit.