Active treatment of depression
Het is een bekend gegeven: vele positieve behandelresultaten worden breed uitgemeten in de internationale literatuur, vele negatieve resultaten daarentegen worden niet eens op schrift gesteld. Het effect is dat men een te rooskleurig beeld krijgt van het therapeutisch kunnen, vooral waar het ziektebeelden betreft die een hoge lijdensdruk kennen, zoals een depressie in engere zin.
Dit is het belangrijkste uitgangspunt van de auteur van dit boek. Hij is van mening dat depressie een recidiverende stoornis is die een eigen, karakteristieke aanpak verdient. De auteur beargumenteert dat antidepressiva en korterdurende behandelingen, zoals cognitieve therapie en interpersoonlijke therapieën, slechts een beperkt onderdeel vormen van het gehele behandelarsenaal. In het voorgestelde model benadrukt de auteur dat vele, multipele psychosociale systemen onderdeel zijn van het pathologisch proces. Vervolgens schetst hij karakteristieke coping-stijlen, zoals de slachtofferrol spelen en het veelvuldig hanteren van negatieve logica of van passieve agressie. O'Connor ziet depressie dan ook vooral als een soort onaangepaste way of life. Nadat hij de lezer begeleid heeft bij het zorgvuldig in kaart brengen van de pathologie, helpt hij de therapeut om de patiënt zijn emoties te laten betrekken bij het behandelproces. Uitgebreid wordt de noodzaak bediscussieerd om de eigen ervaringen met de patiënt te gebruiken bij de behandeling.
Het boek geeft veel praktische tips, geput uit het psychodynamische, systeemtheoretische en gedragstherapeutische gedachtegoed. Het lijkt mij bij uitstek geschikt voor die (poliklinisch werkzame) psychiaters, bij wie de patiënten met een depressie door de meer traditionele therapieen maar gedeeltelijk opknappen en bij wie het beeld te weinig ernstig is om meer invasieve therapieën, zoals elektroconvulsietherapie, te wettigen. Kortom, voor wie is dit boek eigenlijk niet geschikt?
J.J.M. van Hoof