Tracking Mental Health Outcomes. A Therapist's Guide to Measuring Client Progress, Analyzing Data, and Improving Your Practice
In dit boek leggen Wiger en Solberg wel een heel sterke klemtoon op de constante druk om 'te bewijzen wat je doet' als hulpverlener. Wat we allen allicht voor waar aannemen - dat je maar beter efficiënt kan werken - trachten de auteurs wat aan te scherpen vanuit de Amerikaanse visie op de kosteneffectiviteit. De auteurs citeren vele anderen die menen dat 'de wittebroodsweken van de psychotherapie voorbij zijn' of dat 'de tijden veranderd zijn; want clinici die niet ingebed zijn in een netwerk dat voortdurende data vergt of zelf genereert, zullen hun verwijzingen drastisch zien dalen'.
Zonder de essentie van deze boodschap te betwijfelen, meen ik dat de uitwerking van deze idee in dit boek nogal weinig kritisch wordt bekeken. Het is dan ook geen boek over de zinvolheid van deze door geldschieters gedreven tendens, maar een boek over de toepassing ervan in de praktijk. Het boek bestaat dan ook voor het overgrote deel uit ingevulde en ook blanco formulieren om de progressie van de cliënt te kanaliseren. Inhoudelijk wordt enig onderscheid gehandhaafd tussen geïndividualiseerde data enerzijds en een meer normatieve benadering anderzijds.
Het geheel valt erg pover uit om verscheidene redenen. De op de omslag van het boek beloofde verrijking voor de therapiepraktijk lijkt te verzanden in een enorme papierberg (al biedt de bijbehorende diskette enige verlichting). De diagnostische beslommeringen gaan niet verder dan de anamnese en een beoordeling van de dsm-ivcategorieën voordien en achteraf. Bovendien zouden fundamentele psychometrische adviezen en haalbare onderzoeksdesigns hier mooi hun plaats kunnen vinden. De auteurs kiezen niet voor dit (volgens mij verrijkende) pad, maar blijven op het wat oppervlakkige terrein van het 'documenteren van het therapieverloop'. Ze doen dit stap voor stap en helder, maar atheoretisch.
De auteurs slagen er zeker in om te laten zien hoe zij de data van hun praktijk kanaliseren in formulieren, maar dit is weinig vernieuwend. Hun respectievelijke kijk op de therapiepraktijk, onder meer als consultant en gastheer van een dagelijks radioprogramma is misschien niet vreemd aan deze zeer enthousiaste, maar wat sloganeske stijl.
S. Vertommen