Psychiatric Neuroimaging Research. Contemporary strategies
Dit boek geeft een overzicht van de bijdrage van beeldvormende technieken aan onderzoek naar psychiatrische ziektebeelden. De afgelopen twintig jaar heeft dergelijk onderzoek een indrukwekkende vlucht genomen en de invloed ervan op de manier van denken over psychopathologie begint duidelijk merkbaar te worden, zowel in de kliniek als in wetenschappelijke en farmaceutische kringen. De redacteuren willen met dit boek in vogelvlucht het gehele veld beschouwen, maar het is de vraag of dat niet te laat is gezien de omvang ervan. Getuige de titel wordt aandacht besteed aan de methodologische aspecten van beeldvormend onderzoek in de psychiatrie. Een belangrijk deel van het boek gaat in op de verworven inzichten in de pathofysiologie, en er wordt enige aandacht besteed aan de mogelijke toepassingen van beeldvormende technieken op het gebied van diagnostiek en behandeling van patiënten. In vijftien hoofdstukken komen vooraanstaande onderzoekers aan bod, die elk hun eigen deel van het onderzoeksveld beschrijven. Zo worden verschillende ziektebeelden behandeld (schizofrenie, depressie, angststoornissen en aandachtstekorthyperactiviteitstoornis), maar het is niet de bedoeling geweest om elk onderzoeksgebied volledig af te dekken.
De doelgroep wordt door de redacteuren niet beschreven. Het boek is opgemaakt naar aanleiding van een serie seminars, en dat is duidelijk te merken aan de samenstelling en de manier van schrijven. De seminars vonden plaats in het Massachusetts General Hospital (Boston, vs), een instituut met een goede reputatie op het gebied van beeldvormende technieken, en het is dan ook niet verwonderlijk dat de auteurs ervan uitgaan dat de lezers (eigenlijk de toehoorders) enigszins bekend zijn met de verschillende technieken.
Het onderwerp 'psychiatrische beeldvorming' is dermate breed dat het niet in één boek afdoende kan worden gevat. De redacteuren hebben ervoor gekozen om geen indeling naar ziektebeeld of beeldvormende techniek aan te brengen, simpelweg omdat de onderwerpen te veel uiteenlopen. De keuze van onderwerpen is waarschijnlijk ingegeven door de goede reputatie van de auteurs, en niet door de ziektebeelden of de technieken. Dat levert als voordeel op dat de meeste hoofdstukken zeer gedegen zijn geschreven; de auteurs zijn behoorlijk op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in hun vakgebied. Ondanks dat het boek al enige tijd geleden is uitgebracht, zijn de overzichten zeer actueel. Een ander voordeel is dat het boek zich beperkt tot die onderzoeksgebieden waarin de laatste jaren de meeste vorderingen (wat betreft de bijdrage van beeldvormende technieken) zijn gemaakt.
Helaas hebben de auteurs duidelijk verschillende opvattingen gehad over wat ze moesten overbrengen. Zo gaat de een uitgebreid in op al het onderzoek dat op zijn of haar vakgebied is gedaan, terwijl de ander in detail een theorie uiteenzet. Weer een ander besteedt redelijk veel aandacht aan de betekenis van informatie die beeldvormend onderzoek oplevert. Dus voor ieder wat wils, maar voor degene die bekend is met de technieken is het gesneden koek, terwijl het voor de absolute leek op dat gebied erg lastig is te volgen. Toch is het jammer dat er niet een aantal hoofdstukken besteed wordt aan de technieken zelf. Dat zou het boek veel toegankelijker en interessanter maken voor een breder publiek.
Voor de ingewijde lezer is het boek zeer de moeite waard. Zo wordt een aantal theorieën over stemming en emotie beschreven in termen van neurale circuits in de hersenen, ondersteund door beeldvormend onderzoek. Een aantal auteurs slaagt erin om uit te leggen wat de beperkingen zijn van de bijdrage van beeldvormend onderzoek. Zo wordt al te vaak vergeten dat hersenscans in wezen slechts beschrijvend van aard zijn, niet verklarend.
Het boek straalt een positieve sfeer uit. De technieken zijn jong en begrip van de processen die gemeten worden, is nog beperkt. De mogelijke implicaties van beeldvormend onderzoek scheppen echter veel verwachtingen, ook bij de auteurs. Ze eindigen hun bijdrage dan ook veelal met het formuleren van de verwachting dat de grote doorbraken niet lang op zich zullen laten wachten. Wie weet, maar vooralsnog is het onduidelijk of psychiatrische patiënten er op korte termijn iets van gaan merken.
Kortom, dit boek bevat een verzameling goede artikelen voor de ingewijde lezer of voor iemand die wil proeven aan een jong, dynamisch en uitdagend vakgebied.
N.F. Ramsey