Advances in Brain Imaging. In de reeks Review of Psychiatry
Doel van dit boek is om psychiaters en andere clinici inzicht te verschaffen in de huidige stand van zaken op het gebied van neuroimaging in psychiatrisch wetenschappelijk onderzoek. De auteurs bieden een overzicht van de bestaande literatuur op het gebied van de psychopathologie, waarmee de behandelaar beter in staat zal zijn om psychiatrische aandoeningen te diagnosticeren, te begrijpen, te meten en te behandelen. Ondanks het gegeven dat de keuze van onderwerpen van de hoofdstukken enigszins willekeurig overkomt, geven de auteurs een goede weergave van de huidige stand van zaken. Het boek concentreert zich op die gebieden van onderzoek - lees: syndromen - waar neuroimaging een grote vlucht heeft genomen.
In een vijftal hoofdstukken wordt door vooraanstaande onderzoekers uiteengezet wat op dit moment de betekenis is van neuroimagingonderzoek voor het inzicht in de onderliggende neurale mechanismen van een aantal psychiatrische aandoeningen, te weten schizofrenie, depressie en angststoornissen. Aan elke auteur is overgelaten welk soort onderzoek hij of zij in het hoofdstuk wil behandelen, dat wil zeggen beeldvorming van de structuur, chemie of functie van de hersenen. Dit leidt soms tot pogingen om deze fundamenteel verschillende 'neuroimaging-domeinen' te integreren, wat gezien de snelle ontwikkelingen in elk domein toch wat voorbarig is. Bovendien leidt het tot een soms wel erg compacte beschrijving van grote aantallen onderzoeken, wat het lezen niet vergemakkelijkt. De auteurs laten zien dat de bijdrage van neuroimaging voor psychiatrisch onderzoek merkbaar is. Nieuwe theorieën, ingegeven door recente cognitiefneurowetenschappelijke ontwikkelingen, benadrukken dat een verstoorde verwerking van informatie (cognitieve hersenprocessen) en van emotioneel geladen situaties een belangrijke bijdrage leveren aan psychiatrische symptomen. In dit boek wordt aangevoerd dat neuroimagingonderzoeken dergelijke theorieën ondersteunen.
In drie van de vijf hoofdstukken wordt op gedegen wijze de bestaande literatuur samengevat en samengesmeed tot een overzichtelijk geheel. Bovendien komen de auteurs elk met een op de literatuur gebaseerde theorie over de rol van disfunctionerende hersensystemen in schizofrenie, angststoornissen of depressie. De twee overige hoofdstukken missen echter een dergelijke cohesie en komen niet veel verder dan een opsomming van een breed scala aan neuroimaging-onderzoek op het gebied van kinderpsychiatrie en late-onsetdepressie. De meerwaarde van dit boek boven bestaande literatuur is met name gelegen in het overbrengen van een nieuwe benadering van psychopathologische aandoeningen, die gericht is op het identificeren van netwerken van hersengebieden die niet goed functioneren en verantwoordelijk zijn voor de meest kenmerkende symptomen.
Samenvattend kan geconcludeerd worden dat dit boek de lezers een goed beeld geeft van niet alleen de recente stand van zaken op het gebied van neuroimaging in psychiatrisch onderzoek, maar ook van de implicaties van neuroimagingonderzoek voor de rol die toegeschreven wordt aan specifieke hersenstructuren.
N.F. Ramsey