Gun violence and mental illness
Geregeld worden we, vooral vanuit de Verenigde Staten, opgeschrikt door ingrijpende incidenten met vuurwapens. Soms vinden dergelijke incidenten ook in Europese landen plaats. De vraag die dan meestal snel opkomt, is of de dader(s) een psychiatrische stoornis hebben.
De kort samengevatte conclusie van het boek Gun violence and mental illness, van Liza H. Gold en Robert I. Simon, luidt dat vuurwapengeweld weinig te maken heeft met psychiatrische stoornissen. Dat maakt elke interventie gericht op verbod van vuurwapenbezit voor mensen met een psychiatrische aandoening contraproductief. Een dergelijk verbod heeft wel grote nadelen: het wakkert stigmatisering aan. Er zijn echter
wel andere identificeerbare risico-factoren voor het plegen van vuurwapengeweld. De belangrijkste
zijn middelenmisbruik (met en zonder psychiatrische comorbiditeit) en geweldspleging in de voor-geschiedenis.
Daarentegen heeft wapenbezit alles te maken met suïciderisico. Aannemelijk wordt gemaakt dat hoe minder wapens in omloop zijn, hoe minder suïcide voorkomt. Dat heeft ook te maken met de hoge ‘fatality ratio’ van wapens, een suïcidepoging slaagt in 90% van de gevallen. Bovendien, als een wapen eenmaal in huis is, vergt het gebruik weinig voorbereiding en kan een impulsieve daad makkelijk fataal worden.
Elk hoofdstuk van dit boek start met algemene misverstanden, die op grond van evidentie worden weersproken en sluit af met aanbevelingen voor praktijk en beleid. Daartussen een uitputtende hoeveelheid studies met nadere onderbouwingen. Qua opzet en helderheid van schrijven is het een voorbeeldig boek. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder meer wapengeweld bij jeugdigen, preventie van wapengeweld, dwangopnames en rol van de toegankelijkheid van psychiatrische zorg. Er is enige overlap tussen de hoofdstukken, maar het voordeel is dat elk hoofdstuk ook prima afzonderlijk gelezen kan worden.
Al met al is het geen vrolijk boek, eerder verontrustend omdat veel potentieel effectief beleid niet wordt uitgevoerd, of maatregelen worden genomen met een aantoonbaar averechtse uitwerking. Het geeft daarbij onthullende doorkijkjes in het functioneren van de Amerikaanse maatschappij, zoals de zogenaamde ‘physician gag laws’ (spreekverbodwetten): in een aantal staten is het namelijk strafbaar voor een dokter een patiënt naar vuurwapenbezit te vragen. Het geldt als een onrechtmatige schending van privacy. Wel zijn in bijvoorbeeld Texas psychiaters uitgezonderd van dit spreekverbod ...
De overzichtelijkheid en de wijze waarop met evidentie wordt omgegaan, maken dit boek voor een Nederlandse lezer die weinig met vuurwapengeweld te maken heeft, toch relevant. Er worden misverstanden behandeld waar ook wij geregeld mee te maken hebben, bijvoorbeeld dat psychiatrische patiënten per definitie gevaarlijk zijn. Deze opvatting leidt niet alleen tot stigmatisering en uitsluiting, maar ook, zo betogen de auteurs, tot uitstel van behandeling en zorgmijding door de patiënt zelf.
R. Van, psychiater, Arkin, Amsterdam