Mentale gezondheid van ouders en gedragsproblemen van kinderen met ADHD
De COVID-19-pandemie heeft wereldwijd een uitdaging veroorzaakt in het leven van veel kinderen en hun ouders, zoals ook blijkt uit de snelgroeiende onderzoeksliteratuur. Zo rapporteerde 90% van de Nederlandse kinderen een toename van angst, verveling, slaapproblemen of (thuis)onderwijsproblemen.1 Ouders, vooral degenen die zorg dragen voor een kind met een ontwikkelingsstoornis, rapporteerden tijdens de pandemie over het algemeen een mindere kwaliteit van leven.2
Zeldzaam zijn echter studies naar zowel de mentale gezondheid van ouders als die van kinderen en de interacties daartussen. Wij vragen daarom graag de aandacht voor een studie hiernaar,3 met een aantal belangrijke bevindingen. De groep ouders met een slechtere mentale gezondheid (n = 37; 23% van de 161 deelnemende ouders) ervoer meer moeite met het ondersteunen van hun kind bij schoolwerk en het aanleren van beschermend gedrag tegen COVID-19. Een slechtere mentale gezondheid van ouders leek ook een negatief effect te hebben op de slaaproutine en het internetgebruik van het kind (niet statistisch significant). Ook vonden de auteurs een significant verband tussen slechte mentale gezondheid van ouders en negatief gedrag van het kind, waarbij een toename gerapporteerd werd van zowel ADHD-symptomen (aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit), oppositionele symptomen (boosheid en opstandigheid) als emotionele symptomen (somberheid en angst).
Sterk aan deze studie vinden wij de intentie en inspanning om de psychische klachten bij zowel kinderen als ouders gelijktijdig te inventariseren en naar verbanden daartussen te zoeken. Het is echter een anonieme studie onder een bescheiden aantal ouders via onlinevragenlijsten. Voor de klachten van de kinderen konden de auteurs daardoor niet de ervaring van ouders aanvullen met andere bronnen zoals belevingen van het kind zelf of observaties van de leerkracht. Het is daardoor mogelijk dat ouders met mentale problemen het gedrag van hun kinderen negatiever beschreven en eerder problematisch noemden.
Verder werd voor de mentale gezondheid van ouders in deze studie gebruikgemaakt van een arbitraire afkapwaarde om deze te classificeren als ‘goed’ of ‘slecht’. Dit roept vragen op over de ernst van de psychische klachten van ouders. Het meer dimensionaal benaderen van mentale gezondheid had aanvullende informatie kunnen opleveren.
Tot slot is het onderzoek uitgevoerd in Taiwan. Hoewel de maatregelen daar grotendeels overeenkwamen met die in Nederland, verschilde bijvoorbeeld de periode waarin de scholen gesloten waren. De gevolgen voor kinderen en hun ouders kunnen hierdoor dus niet automatisch vertaald worden naar Nederland. Ook zouden culturele verschillen kunnen zorgen voor een verschil in interpretatie van problematisch gedrag of emoties.
Wanneer we de resultaten van beide genoemde studies combineren,2,3 lijkt het erop dat een ingrijpende gebeurtenis als de COVID-19-pandemie, waarbij zowel de mentale gezondheid van kinderen met ADHD als die van hun ouders onder druk komt te staan, kan resulteren in een vicieuze cirkel, zoals grafisch weergegeven in figuur 1. De cirkel wordt gevoed door toenemend problematisch gedrag van het kind in combinatie met het onvermogen van ouders om het kind voldoende te ondersteunen en te begrenzen. Deze cirkel benadrukt het belang van het systeem, ook bij de behandeling van de individuele patiënt.
Figuur 1. Vicieuze cirkel mentale gezondheid van ouders en kinderen met ADHD tijdens COVID-19-pandemie
literatuur
1 Luijten MAJ, van Muilekom MM, Teela L, e.a. The impact of lockdown during the COVID-19 pandemic on mental and social health of children and adolescents. Qual Life Res 2021; 30: 2795-804.
2 Pecor KW, Barbayannis G, Yang M, e.a. Quality of life changes during the COVID-19 pandemic for caregivers of children with ADHD and/or ASD. Int J Environ Res Public Health 2021; 18: 3667.
3 Tseng HW, Tsai CS, Chen YM, e.a. Poor mental health in caregivers of children with attention-deficit/hyperactivity disorder and its relationships with caregivers’ difficulties in managing the children’s behaviors and worsened psychological symptoms during the COVID-19 pandemic. Int J Environ Res Public Health 2021; 18: 9745.
Authors
Yente S. Beentjes, student Geneeskunde, Universiteit Utrecht.
Rick van der Spek, promovendus en arts in opleiding, UMC Utrecht.
Peter (P.K.H.) Deschamps, kinder- en jeugdpsychiater, zorglijn Ontwikkelingsstoornissen, UMC Utrecht.
Correspondentie
Yente S. Beentjes (y.s.beentjes@students.uu.nl).
Geen strijdige belangen meegedeeld.