ADHD
In de week waarin ik dit schrijf, is de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie met een statement gekomen waarin zij haar zorg uitspreekt over het toenemend gebruik van adhd-medicatie bij kinderen; de recente daling bij kinderen onder de tien jaar wordt zelfs toegejuicht. Deze omslag in het denken – tot voor kort sprak de NVvP nog van onderbehandeling – zal aan de auteur van het hier besproken boek niet besteed zijn. McGough is hoogleraar Psychiatrie aan de universiteit van Californië. Zijn boekje is er een in een lange reeks overzichten van adhd die pretenderen objectief, wetenschappelijk gebaseerd te zijn, maar in feite sterk gekleurde informatie bieden.
Enkele voorbeelden. Er is een hoofdstuk ‘Medication controversies’, maar de controverse rond overmedicatie wordt niet besproken; voor McGough blijkbaar geen discussie waard. De belangrijkste onderzoeksresultaten van de afgelopen 10 jaar worden niet genoemd: de 3- en 8-jaarsfollow-up van de Multimodal Treatment of Attention Deficit Hyperactivity Disorder(mta)-studie, die geen verschil meer lieten zien tussen kinderen die wel en niet medicatie gebruikten. Met name door dit onderzoek heeft – althans bij een voorhoede van adhd-auteurs – de opvatting dat we kinderen met adhd mede behandelen met het oog op de toekomst, plaatsgemaakt voor het inzicht dat we dat doen voor de effecten nu. De auteur is kritisch in zijn bespreking van complementaire en alternatieve behandelmethoden: onderzoek is niet goed opgezet, de onderzoekers hebben financiële belangen bij de resultaten, etc. Prima, maar we horen daar niets over als hij de reguliere adhd-medicatie bespreekt.
De fundamentele conceptuele problemen en de rol van waarden komen niet aan bod. Het boekje geeft blijk van een gereïficeerde kijk op adhd. Daaruit voortvloeiend duikt telkens de bekende cirkelredenering op dat adhd, die alleen vastgesteld mag worden als er beperkingen in het functioneren zijn, heel vaak leidt tot… beperkingen in het functioneren.
Heeft het boekje ons dan niets te bieden? Af en toe wel. McGough wijst er bijvoorbeeld op dat stimulantia in lagere doses de concentratie verbeteren, maar dat voor gedragsverbetering vaak hogere doses nodig zijn, die echter voor de concentratie ongunstig kunnen zijn. Deze oude klinische bevinding maakt in de literatuur een comeback, maar in Nederland is er nog weinig aandacht voor. En waar bij gedragsproblemen (oppositioneel-opstandige gedragsstoornis en gedragsstoornis) nog vaak antipsychotica worden voorgeschreven, pleit McGough voor het gebruik van stimulantia.
Het boek is bedoeld voor studenten en clinici, maar die zouden het alleen moeten lezen naast werk geschreven vanuit een meer kritisch perspectief, zoals het Nederlandse boek van Batstra.
E. Nieweg