Psychiatry (3de druk)
Volgens de redacteur bestaat het doelpubliek uit studenten en elke gezondheidswerker die met psychiatrische patiënten in aanraking kan komen. Helaas maakt de heel vage titel Psychiatry dat je het boek van 654 pagina’s makkelijk, maar ten onrechte, links laat liggen. De derde editie van dit handboek zou aangepast zijn aan de dsm-5, maar veel meer dan een cosmetische update houdt dit eigenlijk niet in. Of dit meer zegt over de update van het boek of over de dsm-5 laat ik hier nog in het midden.
Met het studentenpubliek voor ogen zijn er duidelijke keuzes gemaakt omtrent de opzet en uitwerking van het boek. Centraal staan de psychiatrische beoordeling en het verloop van het diagnostisch proces met het klinische psychiatrisch interview als kern van dit proces. Volgens mij een correcte inschatting en een goede invalshoek voor het doelpubliek. Hierna worden diagnostische groepen in afzonderlijke hoofdstukken besproken en de behandeling komt pas op het einde aan bod. Voor suïcide, geweld, ontwikkelingspsychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie werden aparte hoofdstukken voorzien. Maar als de opzet was om zo compleet mogelijk te zijn, dan mis ik een hoofdstuk ouderenpsychiatrie en forensische psychiatrie. Daarnaast is de culturele invloed van de medeauteurs, allemaal werkzaam in New York, duidelijk merkbaar door het gebruik van Amerikaanse merknamen, die gelukkig wel begeleid worden van hun meer internationaal bekende stofnamen.
Eerst geef ik een kort inhoudelijk overzicht van de hoofdstukken. Zoals reeds genoemd, gaan de eerste twee hoofdstukken over het diagnostisch proces, met een mooie hedendaagse duiding over het steeds groeiende, maar onderbelichte, belang van de arts-patiëntrelatie en communicatie in tijden van snelle technologische ontwikkelingen. Met veel aandacht voor zogenaamde knipperlichten in het gesprek worden opeenvolgend de onderdelen van een compleet psychiatrisch interview geschetst: basisinformatie, reden van aanmelding, huidige probleem, psychiatrische voorgeschiedenis, somatische informatie met medicatie, psychosociale context inclusief familiale informatie, status mentalis en laboratoriumuitslagen. Nuttig daarbij is ook de bespreking van de verschillende types patiënt (stille/opstandige, gedesoriënteerde, etc.) die je kan tegenkomen en de valkuilen/obstakels die je daarbij moet overwinnen.
Elk daaropvolgend hoofdstuk is consistent opgebouwd, met eerst de dsm-5-criteria, in verhaalvorm, aangevuld met de belangrijkste klinische eigenschappen (man-vrouwverhouding, ontstaansleeftijd, verloop, ...). Vervolgens bespreekt men aandachtspunten tijdens het interview en volgen een uitgebreide concrete somatische evaluatie en een to-the-point etiologische uiteenzetting onderverdeeld in (neuro)biologie en psychologie. Sommige aspecten zijn van beperkt klinisch nut, zoals genetische overdraagbaarheidsrisico’s met vermelding van kandidaatgenen en epigenetische factoren, maar er is ook steeds een goede bespreking van betrokken neurotransmitters en hersenregio’s in relatie tot de keuze van het psychofarmacon. En, positief, is er ook opvallend meer gebruik gemaakt van recentere literatuur bij dit onderdeel, wat leidt tot soms heel concrete aanbevelingen voor specifieke producten in specifieke situaties. Psychologische concepten worden dan weer kort en duidelijk geïntroduceerd, veelal begeleid met de semantische betekenis van deze concepten. Elk hoofdstuk besluit met een degelijke selectie van ‘aanbevolen lectuur’ en referenties.
Psychofarmacologie wordt relatief kort beschreven, maar dit deel geeft een goede impressie over de mogelijkheden op het terrein. Het gedeelte rond elektroconvulsietherapie en transcraniële magnetische stimulatie is wel héél beperkt; volgens mij een gemiste kans. Ook bij het gedeelte over psychotherapie zijn de voorkeuren van de auteurs merkbaar met grote aandacht voor psychoanalytische begrippen, minder voor de gedragscognitieve stroming en volledig afwezigheid van de systeemtherapie en van een bespreking van de huidige trend naar meer integratie van de verschillende stromingen.
De aparte hoofdstukken over suïcide en geweld geven je dan wel weer praktische handvatten zonder diagnostisch te moeten werken. Suïcide als aparte entiteit bekijken heeft in dit opzicht een meerwaarde, maar toch even meer voor Amerika aangezien de juridische context en praktische mogelijkheden in Europa (en zelfs op heel lokaal vlak in België) toch wel wat verschillend kunnen zijn van wat hier beschreven wordt. Het hoofdstuk ontwikkelingspsychiatrie is goed uitgewerkt met aandacht voor het veelal onderbelichte contextuele aspect van levensprocessen in de psychiatrie met relevante beschrijvingen. Het hoofdstuk over kinder- en jeugdpsychiatrie schiet ronduit te kort en valt echt uit de toon met de rest van het boek. Een misser?
Dit handboek, in tegenstelling tot andere, bekendere handboeken, is verrassend leesbaar en concreet. Typische valkuilen bij alomvattende psychiatrische handboeken zijn creatief ontweken, zoals het vermijden van droge opsommingen van dsm-criteria. Door gebruik te maken van een verhalende stijl waarbij de criteria, vetgedrukt, toch duidelijk aangeduid staan en de afwisseling met korte illustratieve casussen, schema’s en goed geplaatste kaders met concrete highlights zorgen de auteurs dat de tekst in de meeste hoofdstukken zelfs levendig overkomt. Voor mij als arts in opleiding tot psychiater was het een aangename verrassing om dit handboek onder ogen te krijgen. Door zijn moderne leermethodes, een verhalende stijl en concrete handvatten, heb ik dit boek vaker uit de kast gepakt en doorgenomen dan klassiekere handboeken: Watch out Oxford Textbook en Kaplan and Sadock, there’s a ‘new’ kid on the block.
T. Pattyn